Een notaris mag door het gebruik van een plaatsnaam in zijn e-mailadres bij het publiek niet de indruk wekken dat hij de enige notaris is in die plaats. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerde uitspraak van de Notariskamer van het gerechtshof Amsterdam.
Een andere notaris uit dezelfde plaats ageerde al jaren tegen het gebruik van de plaatsnaam in het e-maildres, en ook de daarbij behorende de domeinnaam. Volgens de notaris leidt dat gebruik tot concurrentievervalsing en inkomstenderving voor zijn kantoor.
De Notariskamer stelt eerst vast dat het gebruiken van een domeinnaam en een daaraan gekoppeld e-mailadres moeten worden beschouwd als ‘naar buiten optreden’ in de zin van artikel 24 van de verordening. “De omstandigheid dat van die uitingen veelal eerst wordt kennisgenomen als het contact met het notariskantoor reeds is gelegd, kan hieraan niet afdoen, omdat het bij “naar buiten optreden”gaat om alle uitlatingen jegens derden,” aldus de kamer.
Vervolgens stelt de kamer vast dat het gebruik van de plaatsnaam niet door de beugel kan. “Door dat gebruik presenteert notaris 1 zijn kantoor derhalve niet juist, hetgeen in strijd is met artikel 24 van de Verordening. Het beroep op de marktwerking en het recht te concurreren kan aan die strijdigheid niet afdoen, omdat het recht te concurreren niet mede het recht omvat het publiek ten koste van de concurrent een onjuiste voorstelling van zaken te geven.”
De notaris krijgt een waarschwuing. Overigens spreekt de kamer geen verbod uit op het gebruik van de domeinnaam. “Dit verzoek kan niet worden gehonoreerd. Voor het uitspreken van een verbod is in de onderhavige klachtprocedure geen plaats, terwijl ook niet vooruit kan worden gelopen op een nog niet ingediende klacht.”