Een advocaat-stagiaire en zijn patroon zijn tuchtrechtelijk aangepakt omdat de stagiaire ten onrechte een vergoeding lospeuterde bij de Raad voor Rechtsbijstand, en daarnaast ook een ‘cadeausuggestie’ neerlegde bij zijn cliënt omdat hij een gunstig resultaat voor haar had behaald. Onbetamelijk handelen van de stagiaire, en zijn patroon had hem er van moeten weerhouden, aldus de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden.
De advocaat-stagiaire stond zijn cliënt bij in een zaak tegen diens werkgever wegens niet betaalde studiekosten. De zaak wordt uiteindelijk geschikt, waarbij de stagiaire bijna duizend euro méér binnenhaalt dan de hoofdsom. Dat extra geld is voor de ‘beslechting van het geschil’, zo staat vermeld in de schikkingsovereenkomst.
En dus is een staaltje ‘creatief boekhouden’ aangewezen, meent de stagiaire. Hij gebruikt die woorden zelf in een opgenomen telefoongesprek met de partner van zijn cliënt: ‘Dus zou ik tegen haar nou weet je, we kunnen het ook zo doen, dat is een beetje creatief boekhouden, maar dan declareer ik het gewoon en dan zeg ik: ja, in de overeenkomst stond formeel geen vergoeding juridische kosten, dus dan zeg ik gewoon tegen de Raad van Rechtsbijstand van nou er zijn geen kosten, of er is geen, he, geen vergoeding rechtsbijstand…(…)… en dan gaan ze dat dus niet verrekenen, en dat betekent dat [D.] die € 1000 extra gewoon in de zak kan steken. (…)’
Daarom heeft de stagiaire zelf ook wel een cadeautje verdiend, schrijft hij in een e-mail: ‘Zoals we telefonisch bespraken, heb je erg gunstig geschikt (ongeveer €900,- meer dan verwacht). Daarom ben ik zo vrij om je enkele kadotips mee te geven. Het zijn allemaal arbeidsrecht gerelateerde boeken, die ik erg graag in mijn praktijk zou gebruiken.’
De Raad van Discipline kan er geen waardering voor opbrengen. Blijkens de gekozen woorden in het telefoongesprek wist de stagiaire precies waar hij mee bezig was. Onbetamelijk gedrag, en daarvoor krijgt hij een berisping. Dat hij de wijze van declareren en de cadeausuggestie heeft besproken met zijn patroon ontslaat hem niet van zijn eigen verantwoordelijkheid, aldus de Raad.
Die patroon, die in zijn verweer vermeld dat hij docent gedragsrecht en gefinancierde rechtshulp in de beroepsopleiding is geweest, krijgt in een beslssing van dezelfde dag een waarschuwing voor zijn aandeel in het geheel. Hij had de stagiaire moeten weerhouden van de tuchtrechtelijk laakbare handelingen.
Of ‘de patroon heeft geweten en met medeweten heeft toegestaan dat de stagiaire willens en weten aldus heeft gehandeld, heeft de raad niet kunnen vaststellen’, maar ‘wel staat vast dat op 19 februari 2017 overleg heeft plaatsgevonden tussen verweerder en de stagiaire naar aanleiding van het verzoek van de stagiaire hem te adviseren bij het opstellen van de declaratie van de toevoeging. Uit die hulpvraag had verweerder moeten begrijpen dat er bij zijn stagiaire twijfels waren over wat hij op de declaratie moest aangeven. (…) In dat licht bezien acht de raad het onbegrijpelijk dat verweerder slechts vijf minuten de tijd heeft genomen voor het overleg.’
De beslissing over de advocaat-stagiaire