Het door de Raad voor Rechtsbijstand gebruikte peer reviewsysteem voor piketadvocaten die werken in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) is onrechtmatig. Dat heeft het gerechtshof Arnhem onlangs beslist. Volgens het hof maakt het systeem inbreuk op het beroepsgeheim van advocaten, het afgeleide medische beroepsgeheim én de Wet bescherming persoonsgegevens.
Het door de Raad voor Rechtsbijstand gebruikte peer reviewsysteem voor piketadvocaten die werken in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) is onrechtmatig. Dat heeft het gerechtshof Arnhem onlangs beslist. Volgens het hof maakt het systeem inbreuk op het beroepsgeheim van advocaten, het afgeleide medische beroepsgeheim én de Wet bescherming persoonsgegevens.
De zaak is aangekaart door veertien Bopz-piketadvocaten. Zij stellen dat de Raad voor Rechtsbijstand van hen verlangt om cliëntendossiers over te leggen in het kader van de peer review, terwijl zij als advocaat juist verplicht zijn tot geheimhouding daarvan. Bovendien maakt de Raad volgens de advocaten inbreuk op hun recht om ‘in vrijheid en onafhankelijkheid te bepalen op welke wijze zij hun beroep uitoefenen’.
De Raad voor Rechtsbijstand is van oordeel dat er geen sprake is van de geheimhoudingsplicht, omdat de personen die kennis kunnen nemen van de gegevens ‘beroepshalve tot geheimhouding verplicht zijn’. Verder worden de dossiers geanonimiseerd, en worden kopieën en voorleggers daarna binnen korte tijd vernietigd.
Het Hof Arnhem is van oordeel onduidelijk is in welke mate de dossiers worden geanonimiseerd. Volgens het Hof is dat van belang omdat de geheimhoudingsplicht niet door iedere vorm van anonimiseren worden opgeheven. “Enkel verwijdering daaruit van de naam- adres- en woonplaatsgegevens is niet voldoende. Mede blijkens een uitspraak van het College bescherming persoonsgegevens van 30 juni 2003 moet het anonimiseren tot gevolg hebben dat uit de verstrekte gegevens niet of nauwelijks achterhaald kan worden wie de cliënt is.”
Bij “nauwelijks” heeft het College volgens het Hof gedacht aan gevallen waarin een computer pas na vele dagen aan de hand van de verstrekte gegevens de identiteit van de betrokkene kan vaststellen. “Dit betekent dat uit de cliëntendossiers van de Piketadvocaten bijvoorbeeld ook alle gegevens over de opname in het ziekenhuis (tijd en plaats), de vermoede diagnose en sociale verbanden van de cliënt onleesbaar moeten worden gemaakt. Dat de dossiers zo vergaand anoniem kunnen worden gemaakt, is gesteld noch gebleken. Dit maakt het voorshands niet aannemelijk dat het anonimiseren van de dossiers de onrechtmatigheid van het uit handen geven daarvan wegneemt,” aldus het Hof.
De Raad voor Rechtsbijstand kon nog niet reageren op de uitspraak.