De Orde van Advocaten (NOvA) heeft op aandringen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) het provisieverbod voor advocaten beëindigd en de provisieregels aangepast. De ACM meldt zelf: ‘Advocaten mogen ieder redelijk bedrag betalen aan vergelijkingswebsites voor het binnenhalen van een opdracht. De gedragsregels voor advocaten mogen de opkomst van online platforms niet belemmeren.’
Door Joris Rietbroek
“De nieuwe uitleg van de NOvA van de Gedragsregels voor advocaten haalt een belemmering weg voor vergelijkingssites om advocaten en cliënten bij elkaar te brengen,” zegt Martijn Snoep, sinds kort bestuursvoorzitter van de ACM en daarvoor zelf advocaat en partner bij De Brauw Blackstone Westbroek. “Dat is goed nieuws voor consumenten en bedrijven die rechtshulp zoeken.”
De ACM startte begin dit jaar een onderzoek naar aanleiding van een klacht van Jan-Hein Strop, oprichter van advocatenplatform Legal Dutch. Het provisieverbod voor advocaten volgens gedragsregel 2 lid 3 houdt onder meer in dat advocaten geen vergoeding mogen betalen aan online platforms of websites waarop rechtzoekenden advocaten kunnen vergelijken op tarief, expertise of locatie, als zij via deze weg tenminste een nieuwe cliënt of opdracht krijgen. De ACM onderzocht in hoeverre deze gedragsregel botst met de mededingingswet.
‘Onduidelijkheid regels stond in de weg’
Dat bleek inderdaad het geval. ‘Vergelijkingswebsites voor advocaten komen niet goed van de grond door onduidelijkheid over de uitleg van de gedragsregels voor advocaten,’ concludeert de ACM. ‘Op grond van de mededingingswet moeten advocaten zelf kunnen bepalen of en hoeveel ze willen betalen voor bemiddeling door vergelijkingswebsites. De onduidelijkheid over de uitleg van de gedragsregels stond hieraan in de weg.’ Een ‘redelijk bedrag’ kan een vast bedrag zijn, een abonnement of een klein percentage van de rekening die de cliënt betaalt aan de advocaat.
Daarom heeft de NOvA de toelichting op de gedragsregel – die zelf overigens niet verandert – nu vernieuwd met ‘enkele aandachtspunten die kunnen dienen als handvatten bij de beoordeling van een beloning’. Dit houdt in dat werken op provisiebasis is toegestaan als er maar sprake is van transparantie over de verwijzing naar rechtzoekende en cliënt. Die moet weten wat er met zijn zaak gebeurt en welke beloning er aan de advocaat is betaald.
Ook is transparantie over de hoogte van de provisie en het type provisie noodzakelijk. ‘Daarmee weet de cliënt van de betaling en kan die cliënt gedurende de zaak controleren of de advocaat nog wel het belang van de cliënt leidend laat zijn dan wel het persoonlijke belang van de advocaat om het terugverdienen van de provisie laat prevaleren,’ aldus de orde. Verder moet ‘de doorverwijzing plaatsvinden naar en passende advocaat’.
Advocaten die bij gebruik van een vergelijkingssite nog twijfelen of ze juist handelen, kunnen de lokale deken om advies vragen. De orde vreest nog steeds dat de onafhankelijkheid van advocaten in het geding kan komen bij het gebruik van vergelijkingssites. “Maar het is dan voortaan aan de lokale dekens om hierop te handhaven en aan de tuchtrechter om hierover te oordelen,” zegt een woordvoerder.
Nieuwe verdienmodellen
De ACM zegt de ontwikkelingen in deze markt nauwgezet te zullen volgen. In het geval van overtreding van de mededingingsregels zal de autoriteit alsnog handhavend optreden.
Jan-Hein Strop, die naar de ACM stapte met zijn klacht over het provisieverbod, spreekt van ‘goed nieuws voor ons en voor consumenten en het mkb’. “Zij gaan profiteren van een toegankelijker advocatuur, meer innovatie en transparantie, en op de langere termijn wellicht ook van lagere tarieven, als er door advocaten meer op prijs wordt geconcurreerd.” De versoepeling van de regels maakt verder nieuwe verdienmodellen mogelijk, ook voor zijn platform LegalDutch. “Denk aan het achteraf vragen van een vergoeding aan een advocaat bij een geslaagde match.”