De Nederlandse Orde van Advocaten heeft de pijlen gericht op het gebruik van online leadgenerators door advocaten. Advocaten die aan zaken komen voor een betaalde provisie per opdracht via een dergelijke website die contact legt tussen rechtzoekende en advocaat, overtreden volgens de Orde gedragsregel 2 lid 2. ‘De Orde legt een bom onder innovatie,’ aldus de initiatiefnemer van een leadwebsite.
Door Joris Rietbroek
Per 4 april zullen dekens actief controleren deelname aan dergelijke online platforms, zoals bijvoorbeeld Legal Dutch, Rechtszaakplaats en De Advocatenwijzer. Dat werd eind vorige week bekend via een bericht van de Orde van Advocaten Amsterdam, dat echter te vroeg was uitgegeven. Advocaten die per 4 april 2016 nog tegen betaling via deze leadgenerators aan opdrachten komen, riskeren tuchtrechtelijke vervolging. ‘Een dergelijk (abonnements-)tarief duidt in beginsel op een verboden provisie voor het ontvangen van een opdracht, tenzij in voorkomend geval de advocaat aannemelijk kan maken dat er sprake is van een redelijk advertentietarief,’ zo staat in het bericht van de Orde.
Advocaten die zich hebben aangesloten bij een dergelijke website, krijgen tot 4 april de kans om de lokale deken te informeren over ‘de aard van de gemaakte afspraken’. Zij ontlopen in dat geval tuchtrechtelijke vervolging, als zij dan tenminste beloven om geen opdrachten meer werven via betaling achteraf aan een leadwebsite.
Aan de betreffende gedragsregel ligt de gedachte ten grondslag dat de advocaat ‘dient te vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van het beroep in gevaar zouden kunnen komen’. Deze kernwaarde is ook Europees verankerd, onderstreept de Orde. ‘Wel is het vanzelfsprekend toegestaan om te adverteren op dergelijke websites, mits dat gebeurt met inachtneming van een redelijk advertentietarief.’ Er wordt echter niet nader gespecificeerd wat ‘redelijk’ is: dit zou per geval moeten worden bekeken.
Op de vraag wat nu wel of niet is toegestaan voor een advocaat die een profiel heeft op een leadwebsite, kan de deken Breda Middelburg en voorzitter van het dekenberaad Emilie van Empel duidelijk zijn. “Een advocaat mag een derde partij niet rechtstreeks betalen voor een concrete zaak.” Dat ligt anders bij abonnementsvormen en met meerdere advocaten pitchen voor een zaak: “Als je jezelf op die manier profileert als ware het een soort advertentie, dan is daar niets op tegen. En pitchen staat gelijk aan je inschrijven voor de kans om een zaak te werven. Daar mag voor betaald worden.”
‘Als het zo wel mag, doen we het zo’
Enkele van deze als leadgenerators omschreven platforms hebben zo hun bedenkingen bij de maatregel van de Orde. Toch voelt De Advocatenwijzer zich geroepen om snel actie te ondernemen: de mogelijkheid tot het kiezen van een zogenoemd proefpakket, waarbij een advocaat 250 euro per concrete lead moet betalen, verdwijnt deze week nog van de website.
Over de andere beschikbare pakketten, waarbij advocaten maandelijks abonnementsgeld betalen om beter zichtbaar te zijn voor rechtzoekenden cq. potentiële cliënten, maakt De Advocatenwijzer-oprichtster Mechteld van den Oord zich geen zorgen. “Als het zo wel mag, dan doen we het zo,” zegt ze. “Wel is het jammer dat de Orde op deze manier een bom legt onder de innovatie waar wij en andere platforms mee bezig zijn, waarbij transparantie juist zo belangrijk is. Dat is doodzonde, en de manier waarop het gebeurt is vrij knullig. Want helaas zijn wij hierover helemaal niet gebeld.”
Onafhankelijkheid in geding?
Legal Dutch zit niet in de gevarenzone, denkt oprichter Jan-Hein Strop. “Wij laten advocaten een bedrag betalen voor een pitch,” licht hij toe. “Deken Van Regteren Altena nuanceerde vorige week in het Advocatenblad dat zoiets ongeveer gelijk staan aan een advertentie, en dat is toegestaan.” Dat neemt niet weg dat ook Strop vraagtekens zet bij de maatregel van de Orde. “Alle soortgelijke initiatieven worden nu in een donker hoekje gezet en deelnemende advocaten moeten zich melden, anders zwaait er wat. Intussen is er niemand die begrijpt hoe de onafhankelijkheid van de advocaat in het geding zou kunnen zijn met betaalde matches via internet.”
Dat laatste legt deken Van Empel graag nog eens uit. “Binnen de relatie advocaat en website exploitant zou de onafhankelijkheid van de advocaat wel degelijk geschaad kunnen worden in het geval van betaling aan die partij,” zegt zij. “In die zin is de gedragsregel zeker nog van deze tijd, tenzij goed wordt uitgediscussieerd of zo’n regel anders moet worden uitgelegd. Voor dit soort discussies heeft de Orde het innovatieplatform in het leven geroepen.”