Binnen het notariaat is het Bureau Financieel Toezicht (BFT) actief. Dit bureau stelt zichzelf ten doel om de financiële belangen van derden te beschermen. Dat doet het BFT door financieel toezicht te houden op notarissen, want het publiek moet ervan uit kunnen gaan dat hun gelden goed beheerd worden op de kwaliteitsrekeningen van notarissen. Notaris R.J.H.M. Simons uit Venlo is echter van oordeel dat het BFT die taak verwaarloost. Dat verwijt geldt ook de rechtbankpresidenten.
Nederlanders moeten veilig hun gelden op de rekening van een notaris kunnen plaatsen (zoals bij de aankoop van een huis), zonder dat zij het risico lopen dat deze gelden, bijvoorbeeld als gevolg van een faillissement, verdwijnen. Het BFT ziet erop toe dat notarissen alle maatregelen treffen om de gelden van deze derden ongemoeid te laten.
Indien er sprake is van het niet naleven van wet- en regelgeving door notarissen, kan dit door de tuchtrechter (Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen) worden gesanctioneerd, door het opleggen van een waarschuwing of het geven van een berisping. Ook kan een notaris worden geschorst of uit het ambt worden ontzet. De president van de rechtbank oefent in zijn arrondissement het (integraal) toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen uit.
Doodzonde
Blijkens de publicatie van het BFT van 18 maart 2009 over de financiële ontwikkelingen in het notariaat, waren er in 2008 maar liefst elf notariskantoren waar de bewaringspositie negatief was. De bewaringspositie is de optelsom van alle gelden die op enig moment aanwezig zijn op de bankrekeningen van het notariskantoor, verminderd met de totale schuld aan cliënten. Deze bewaringspositie dient te allen tijde ten minste nihil te zijn, anders gebruikt de notaris gelden van cliënten voor eigen nut, een doodzonde.
Het BFT geeft aan dat van deze elf kantoren zes kantoren onder verscherpt toezicht of oplettend toezicht staan. Voor de leek: oplettend toezicht betekent dat het BFT vaker dan één keer per vijf jaar een onderzoek noodzakelijk acht en verscherpt toezicht houdt in dat het BFT tenminste één keer per jaar een onderzoek uitvoert. Van de 1487 actieve notarissen stonden 114 notarissen (7,7%) onder oplettend toezicht en maar liefst 25 notarissen (1,7%) onder verscherpt toezicht. Slechts 90,6% van de notarissen valt onder het normaal toezicht.
“Nauwlettend gevolgd”
Kortom, bij één op de tien notarissen zijn de zaakjes financieel niet in orde. Ter geruststelling schrijft het BFT dat alle kantoren met een (structurele) negatieve bewaringspositie nauwlettend worden gevolgd. De sanctie voor verduistering binnen het notariaat is dus dat de betrokken notarissen door het BFT nauwlettend worden gevolgd… Terwijl in artikel 321-325 van het Wetboek van Strafrecht verduistering (het wederrechtelijk wegnemen van iets dat men in beheer heeft, maar dat aan een ander toebehoort) strafbaar wordt gesteld met een maximumstraf van drie jaar of een geldboete van de vijfde categorie!
Het BFT (en met haar de presidenten van de rechtbank waaronder de betrokken elf notariskantoren vallen) maken een potje van hun opdracht, en zo blijven notarissen die (structureel) een negatieve bewaringspositie hebben onbestraft. Terwijl er slechts één sanctie kan bestaan op verduistering: ontzetting uit het ambt! En wel direct. Een beetje zwanger is men niet. Een beetje verduisteren bestaat ook niet. (26 maart 2009)
Mr. RJHM Simons, notaris in Venlo
Dit artikel verscheen, in iets andere vorm, eerder in Het Financieele Dagblad