De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft vorige week intercollegiale toetsing binnen het notariaat verplicht gesteld. Speciaal opgeleide notarissen krijgen als auditoren de bevoegdheid om notariskantoren te bezoeken en dossiers in te zien. Op deze manier wil de KNB de kwaliteit van het notariaat blijvend waarborgen.
Alle notariskantoren worden iedere drie jaar steekproefsgewijs bezocht. “Dit is een grote stap voor het notariaat. In het kader van de kwaliteitszorg wordt een deel van de geheimhouding opgeheven zodat eventuele fraude vroegtijdig aan het licht komt”, aldus Erna Kortlang, voorzitter van de KNB.
De intercollegiale toetsing sluit aan op het recente voorstel tot wijziging van de Wet op het notarisambt van Staatssecretaris Albayrak (Justitie). Uit het wetsvoorstel blijkt duidelijk de wens om het toezicht op de beroepsgroep te verscherpen.
De KNB kende al een systeem van intercollegiale toetsing op het gebied van witwassen. Afgelopen jaar hebben 21 speciaal opgeleide auditoren in dat kader al 160 notariskantoren bezocht. Met deze nieuwe verordening wordt voor het eerst een systeem van verplichte peer reviews opgezet op alle werkterreinen, waarbij de auditor alle dossiers mag inzien en de notaris zich niet meer kan beroepen op zijn verschoningsrecht (geheimhouding).
Daarmee krijgen de auditoren nog meer inzicht in het notarieel handelen en kunnen zij de kwaliteit van de dienstverlening van de notariskantoren beter toetsen. Al deze preventieve maatregelen dragen bij aan de bestrijding van fraude binnen de beroepsgroep. “Deze zelfregulerende maatregelen worden ingezet om te garanderen dat het volledige notariaat aan de noodzakelijke eisen voldoet op het gebied van betrouwbaarheid en deskundigheid,” aldus Kortlang. (2 oktober 2008)