De AIVD blijkt advocaten van Prakken d’Oliveira vaak en gedurende lange tijd te hebben afgeluisterd. Dit bevestigt minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk in een brief aan het kantoor, waarmee de minister een klacht over de afluisterpraktijken gedeeltelijk gegrond verklaard. Prakken d’Oliveira stelt dat er dringend nieuwe regelgeving noodzakelijk is op dit vlak.
Advocaten van Prakken d’Oliveira, dat onder meer terreurverdachten verdedigt, hadden geklaagd bij het ministerie nadat zij het vermoeden kregen al jarenlang door de AIVD te worden afgeluisterd. Uit het door de minister overgenomen advies van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) blijkt dat de AIVD inderdaad gesprekken tussen cliënten of derden met de advocaten van Prakken d’Oliveira heeft getapt, meldt het kantoor op de eigen website, inclusief ‘communicatie die evident niet als relevant voor enig onderzoek van de AIVD kan worden beschouwd.’
Dit gebeurde sinds 2003 tot afgelopen zomer. Niet alleen tapte de AIVD telefoongesprekken, ook werden er sms’jes en e-mails tussen advocaten en cliënten uitgewerkt. De minister schrijft in zijn brief dat de AIVD hiermee ‘onbehoorlijk’ heeft gehandeld. De CTIVD stelt intussen dat voor het afluisteren van een verschoningsgerechtigde die geen target is van de dienst, iedere maand toestemming nodig is van de minister. Beleid binnen de AIVD voor het uitwerken van zulke telefoongesprekken en e-mails ontbreekt.
Het kantoor stelt in haar bericht dat de AIVD het verschoningsrecht van advocaten onvoldoende respecteert en dat de huidige regelgeving voor het tappen van advocaten ernstig tekort schiet. Na deze bevestiging van de minister dringt Prakken d’Oliveira dan ook aan op aanpassing van de regelgeving. De AIVD mag nu nog alle telefoongesprekken van een advocaat afluisteren, ook al vormt de advocaat in kwestie zelf geen gevaar voor de nationale veiligheid. Prakken d’Oliveira vindt dat gesprekken van advocaten alleen met toestemming van een rechter zouden mogen worden getapt.
Het kantoor stelt tot slot hevig te zijn geschrokken van de bevestiging van minister Plasterk, waarmee de weg vrij is voor het kantoor om een klacht in te dienen bij de Nationale Ombudsman. “In een democratische rechtstaat is het noodzakelijk dat burgers in vertrouwen met hun advocaat kunnen spreken, ook als zij mogelijk voorwerp van onderzoek zijn van de AIVD. Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens erkent dit recht en de absolute noodzaak het te beschermen.”
Overigens wijst de minister het verzoek dat het kantoor deed om een systeem van nummerherkenning in te stellen – zoals ook geldt voor politie en justitie –, af. “Ik constateer dat de AIVD zich terughoudend opstelt bij het uitwerken van gesprekken bij het indirect tappen in het geval van wat in het strafrecht verschoningsgerechtigden worden genoemd.”
De Nederlandse Orde van Advocaten zegt in een reactie via Twitter het ‘ontluisterend’ te vinden dat er schijnbaar geen controle is op afluisteren door de AIVD. “Onacceptabel dat er een klacht nodig is om dit aan het licht te brengen. De NOvA zal er alles aan doen om deze grove inbreuk op het beroepsgeheim te stoppen. De positie van de advocaat binnen de rechtsstaat wordt op deze manier met voeten getreden door de AIVD, dat is onacceptabel.”
De beslissing van de minister is hier te downloaden (PDF).