Advocaten Nico Meijering, Bernadette Ficq, Leon van Kleef en Marnix van der Werf en journalist John van den Heuvel hebben woensdag plechtig beloofd elkaar niet meer ‘onnodig grievend’ te bejegenen in de media. De partijen kwamen nader tot elkaar nadat Van den Heuvel toezegde de gewraakte termen maffiamaat, maffia-advocaat, onderwereldadvocaat en ‘raadgever van beroepscriminelen’ niet meer in relatie tot de advocaten te gebruiken.
Door Lucien Wopereis
Een uit de hand gelopen vete, zo kun je de ruzie tussen Meijering c.s. en Van den Heuvel typeren. Van den Heuvel gebruikt de gewraakte termen in meerdere media, eerst vooral in relatie tot Meijering, later ook jegens Ficq. Bij de term maffiamaatje, die hij gebruikt ter aanduiding van Meijering, gaat dat zo: ‘De term maffiamaatje mag je niet gebruiken. Maar je mag het wel denken, en dan mag jij het ook opschrijven.’
Volgens Van den Heuvel zijn Meijering, Ficq, Van Kleef en Van der Werf advocaten die criminelen vrij krijgen op vormfoutjes, en zijn ze daarmee verantwoordelijk voor het totale gebrek aan vertrouwen dat de gewone burger heeft in de rechtsstaat. Ze zouden het rechtssysteem ‘kapot maken’ en schuldig zijn aan de ‘verloedering in de rechtszaal’.
In reconventie eist Van den Heuvel dat Meijering c.s. niet meer door journalisten laten optekenen dat Van den Heuvel Dino Soerel en ook Hells Angels zou hebben getipt over een aanstaande aanhouding. Volgens Van den Heuvel is dat verhaal onjuist en brengt Meijering daarmee zijn status als onafhankelijke journalist in gevaar.
‘Domme Ficq’
Bernadette Ficq krijgt aan het eind van het pleidooi van Van der Werf het woord van president Van Walraven. “Ik heb dertig jaar gewerkt als een fatsoenlijke en integere advocaat. Ik vind het prima dat ik door Van den Heuvel publiekelijk wordt beledigd, als hij mij bijvoorbeeld domme Ficq noemt. Dat doet me niets. Maar nu wordt telkens mijn integriteit in twijfel getrokken. Dat doet me wél wat. Ik heb er genoeg van om te worden neergezet als iemand die zijn werk niet op integere wijze doet. Daarom zit ik hier.”
Ook Meijering laat van zich horen. Hij stelt dat Van den Heuvel met de Telegraaf en zijn televisieoptredens een enorme mediamacht vertegenwoordigt, en dat je als advocaat ‘bij voorbaat kansloos’ bent als Van den Heuvel je op de korrel neemt. “Een reputatie opbouwen duurt jaren, maar die reputatie afbreken kan in een dag.”
Bas Le Poole van Houthoff Buruma staat Van den Heuvel bij en stelt dat door Meijering c.s. aangehaalde citaten uit de context zijn gerukt, en soms onvolledig zijn. Zo schreef Van den Heuvel dat Meijering te innig zou omgaan met zijn cliënten, en dat hij emoties van die cliënten zou opkloppen. Dat was echter niet de mening van Van den Heuvel, het betreffende citaat was ontleend aan bronnen bij politie en justitie, aldus Le Poole.
Ook zegt hij dat Van den Heuvel de gewraakte termen niet meer zal gebruiken in relatie tot Meijering c.s.. Dat zou ook onderwerp zijn geweest van een bespreking tussen de advocaten van beide partijen, maar er ontstaat gedoe over de vraag hoe en waarom die besprekingen nou precies zijn mislukt.
Doorsudderen
Rechter Van Walraven vraagt zich af of partijen wel gediend zijn met een vonnis. “Je hebt ook na een vonnis kans dat er allerlei conflicten blijven doorsudderen, of dat er nieuwe ontstaan. Tegelijk constateer ik dat er aan beide zijden behoefte bestaat aan een bepaalde vorm van rust. Is het niet beter om nu te kijken of er een opening is?”
Daarop wordt de zitting twintig minuten geschorst. Na de pauze komt het tot een vergelijk. Partijen zullen elkaar niet meer ‘onnodig grievend’ bejegenen in de media. Met een kleine aantekening van Van der Werf: “Daarmee erkennen we niet dat we dat in het verleden wél hebben gedaan.”