Het Openbaar Ministerie heeft besloten advocate Liesbeth Zegveld, tegen wie vanaf juli 2018 door in totaal 57 (ex-)mariniers aangifte is gedaan, niet te vervolgen. De mariniers hadden aangifte gedaan wegens smaad/laster en belediging naar aanleiding van uitspraken van de advocate in de media over het optreden van de mariniers bij de beëindiging van de treinkaping bij De Punt in 1977.
Zegveld heeft in december 2015 namens de nabestaanden van twee kapers die bij de bevrijdingsactie in 1977 zijn omgekomen de Nederlandse Staat gedagvaard en een schadevergoeding geëist. De nabestaanden stellen zich op het standpunt dat hun familieleden tijdens de bevrijdingsactie zonder noodzaak zijn doodgeschoten en dat de mariniers daarbij in strijd met de geweldsinstructie hebben gehandeld. Dit standpunt heeft Zegveld niet alleen in de zittingszaal toegelicht, maar ook in diverse media.
De rechtbank Den Haag oordeelde in juli 2018 dat de mariniers tijdens de bevrijdingsactie niet onrechtmatig hebben gehandeld. Na deze uitspraak hebben 57 (ex-)mariniers aangifte gedaan wegens de uitlatingen die de advocate nog voor de uitspraak in de media heeft gedaan. De aangevers voelden zich door de uitlatingen van de advocate in hun eer en goede naam aangetast.
Het OM heeft de aangiftes beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van smaad/laster noch van strafbare belediging. ‘De advocate heeft de uitlatingen die in de aangiftes worden vermeld gedaan in het kader van haar beroepsuitoefening als advocaat, ter toelichting van het standpunt van haar cliënten. Het staat een advocaat vrij om die standpunten ook buiten de rechtszaal toe te lichten,’ aldus het openbaar ministerie in het persbericht.
Een deel van de geciteerde uitlatingen van de advocate kunnen volgens het Openbaar Ministerie weliswaar als beledigend worden aangemerkt voor betrokken mariniers, ‘maar aangezien de uitlatingen in het kader van de beroepsuitoefening zijn gedaan, neemt deze context het beledigende karakter van de uitlatingen weg’.