Onlangs brachten we op deze website het nieuws dat een advocatenkantoor zich bereid had verklaard om drie maanden gratis te werken voor Shell. Het bericht leidde in onze groep Dutch Lawyers op LinkedIn tot een levendige discussie. Veel respondenten konden de actie van het advocatenkantoren waarderen, maar er waren ook veel tegenstanders. “Ik begreep dat Tesco en Sainsbury’s zelfs verlangden dat er vorig jaar advocaten/partners rond kerst in hun winkels zouden werken.”
De actie van het advocatenkantoor wordt vooral gewaardeerd als methode om te acquireren. “Mijns inziens is er niks mis mee om eerst te laten zien wat je kunt. Hoeveel kantoren geven duizenden en duizenden euro’s uit aan marketing in de hoop ooit een voet tussen de deur te krijgen bij dergelijke organisaties? Inderdaad: veel!,” aldus een van hen. Een ander: “Bereidheid om te investeren in een langdurige relatie met cliënten getuigt van visie, intelligentie en aanpassingsvermogen aan de huidige behoeftes van met name industriële cliënten. Critici moeten vooral hun traditionele pad blijven volgen. Zij zijn vrij in hun keuze.”
Een tegenstander: “Ik vind dit zeer stom. Alleen voor niks gaat de zon op. Bovendien: neemt Shell je wel serieus als je drie maanden voor niets werkt?” Weer een andere respondent vindt het vooral een gevaarlijke ontwikkeling voor de advocatuur: “Vanuit acquisitief oogpunt te waarderen. Het kan wel een enorme prijserosie tweeg brengen en dat is voor de advocatuur bedreigend. Voor we het weten moeten we allemaal voor niets gaan werken.”
Een eigenaar van een bedrijf dat zich bezig houdt met advocatuurlijke aanbesteding maakt inzichtelijk wat een investering van de zijde van een advocatenkantoor kan opleveren: “Al drie jaar geleden was er een Nederland Top 15 advocatenkantoor dat aanbood tegen verlies een juridische klus aan te nemen. Zij boden € 25.000, terwijl de hoogste bieder € 180.000 bood. Wij hadden ingeschat dat het minimum € 50.000 zou zijn. Er werd eerste klas werk geleverd. Vervolgens kregen zij direct een vervolgopdracht. Met een uitstekende referentie van de opdrachtgever haalden zij tevens binnen een jaar twee beursgenoteerde buitenlandse cliënten binnen. Bij deze cliënten konden zij vervolgens op basis van uurtje factuurtje meer dan € 400.000 declareren.”
Twee andere deelnemers wijzen op het verschil in ‘markten’: “De Engelse (Londense) markt is totaal niet vergelijkbaar met de Nederlandse. Er is veel meer concurrentie. Er zijn nu teveel advocaten in de City, en dit wordt (begrijpelijkerwijs) uitgebuit door de cliënten. Dit soort berichtgeving is typisch voor de instorting van de Engelse transactiemarkt. De eisen bij aanbestedingen worden steeds doller. Ik begreep dat Tesco en Sainsbury’s zelfs verlangden dat er vorig jaar advocaten/partners rond kerst in hun winkels zouden moeten werken. Gelukkig laten we ons in Nederland niet zo gek maken.”
De tweede bijdrage op dit punt: “Als dorpsadvocaat, die het niet zozeer van beursgenoteerde bedrijven, maar meer van familiebedrijven uit het MKB-segment moet hebben, weet ik al sinds jaar en dag dat klanten juridische dienstverlening meer en meer als een normale kostenpost zien en niet meer klakkeloos de tarieven betalen die door de advocatuur worden gevraagd. Men wil waar voor zijn geld en zoekt naar een redelijke verhouding tussen het belang van de zaak en de te maken kosten. De hete adem van rechtsbijstandsverzekeraars, accountantskantoren met hun juridische afdelingen en internetadviseurs met een modellenboek voel je soms in de nek.”
Tot slot kwam er ook nog een juridisch-technische vraag aan de orde: is gratis werken wel in overeenstemming met het gedragsrecht voor advocaten? Op grond van artikel 25 moet een advocaat bij een declaratie “een redelijk salaris” in acht nemen. Volstrekt niet aan de orde, aldus een reaguurder: “Gevaarlijke misvatting: Gedragsrecht is geen economisch ordeningsrecht; het dient om de clinënten te beschermen. Uit naastenliefde voor niets werken – denk aan St. Ivo – is niet verboden, je kunt er zelfs heilig mee worden.”
Update: Inmiddels is bekend geworden dat Legal director Beat Hess per 1 januari 2011 wordt opgevolgd door Peter Rees. Rees (Queen Counsel) komt van het Londense vestiging van het Amerikaanse advocatenkantoor Debevoise & Plimpton.