Volop nieuwsgierige blikken, op de banenmarkt als onderdeel van het tweede Leiden Law Festival. Altijd weer een prima plek om de ambities (of zorgen) van rechtenstudenten te polsen. En wat de behoeftes van en de trends volgens recruiters zijn. Aan ambities geen gebrek onder aanstaande juristen, maar wat kun je er allemaal mee?
Door Joris Rietbroek
Het Leiden Law Festival beleefde deze week de tweede editie – ter afsluiting van het collegejaar – met onder meer debatten, toespraken en een banenmarkt, waarvoor de statige foyer van de recent gerenoveerde Leidse Sterrewacht een middag als decor diende. Behalve workshops met onder meer sollicitatietips en de beginselen van juridisch Engels, staan enkele advocaten en recruiters klaar bij hun stands om te vertellen hoe het er nu aan toe gaat op een advocatenkantoor. Of zelfs om nieuw talent te spotten, want daar kan een banenmarkt ook geknipt voor zijn.
Schaap met vijf poten
Wereldwijd opererende gigant Simmons & Simmons gaat die evenementen vooral af om het eigen gezicht te laten zien, maar uiteraard kunnen ambitieuze natuurtalenten met hoge cijfers zich zomaar aandienen. Jaarlijks kunnen er zo’n 20 tot 25 stagiaires voor twee maanden aan de slag bij de Amsterdamse vestiging. Heeft recruiter Willemijn van Bekkum jonge studenten de afgelopen jaren ambitieuzer zien worden? “Ik denk het wel, als ik bijvoorbeeld zojuist ook van enkele eerste- en tweedejaarsstudenten vragen krijg over de internationale mogelijkheden op ons kantoor. En er wordt tegenwoordig veel meer gesolliciteerd op student-stages, ook dat wijst op ambities.”
Tegelijkertijd denkt Van Bekkum dat de huidige lichting studenten wat onzekerder is over de toekomst, terwijl snel afstuderen een tijd lang noodzakelijk leek vanwege de langstudeerboete die studenten boven het hoofd hing. “Een veelgestelde vraag is bijvoorbeeld of ze per se iets bij hun studie moeten hebben gedaan, zoals bestuursfuncties, om bij ons aan de slag te kunnen. We zijn immers altijd op zoek naar het schaap met de vijf poten: talenten die echt plezier hebben in recht, in het uitzoeken van complexe zaken en die tegelijkertijd de juiste sociale voelsprieten hebben. Als je dan ook nog eens een goed cijfer hebt gescoord bij ondernemingsrecht, dan wil ik je graag spreken.”
CV-check
Van Bekkum spreekt nieuwsgierige studenten genoeg, maar er vormt zich een langere rij bij de CV-check van Arianne Pattavina, de vorige maand benoemde loopbaanadviseur van de Leidse rechtenfaculteit. Het gaat om een pilot van een jaar. “Heel nuttig omdat de toekomstige loopbaan tijdens de studie steeds belangrijker wordt”, licht ze toe. “En intussen zijn het natuurlijk nog steeds economisch moeilijke tijden.“
Het leggen van contacten en mensen aanspreken, daar zijn rechtenstudenten doorgaans van zichzelf wel bedreven in. “Je kunt ze vooral verder coachen in het ontdekken van hun eigen talenten en wat nu echt leuk vinden.” De studenten die voor haar in de rij staan hebben de recentste bijbaantjes geregeld hoger staan dan de relevante ervaring, valt Pattavina op. Haar advies aan een 21-jarige tweedejaars: “Zet je nevenactiviteiten vooral bovenaan. Dat is voor werkgevers interessanter om te weten dan dat je folders hebt bezorgd.”
Tot de bodem
Ook al weten heel wat begintwintigers op de banenmarkt nog niet precies welke kant ze op willen, de advocatuur blijkt nog altijd een flinke aantrekkingskracht te hebben. Zoals op de 23-jarige tweedejaars Bart (“Ik ga niet voor zesjes”), die zich op de banenmarkt al probeert te oriënteren op stages en zich focust op de richting van informatie- en octrooirecht. “Advocaat zijn lijkt me een spannend beroep, waarbij je helemaal voor je cliënt wilt gaan, zaken heel zorgvuldig uitstippelt en slimme strategieën bedenkt.”
Zijn al zijn studiegenoten op het moment al zo ambitieus als hij, nu het voorlopig nog moeilijk zal blijven om aan een topfunctie te komen? “Ik zie grote verschillen, maar volgens mij is de groep héél gemotiveerde studenten in Leiden in de minderheid. Bij veel anderen zie je dat het vaak ontbreekt aan discipline. Ze willen wel graag, maar werken er niet hard genoeg voor. De verschillende vakken worden op gegeven moment ook wel wat eentonig. Vandaar dat ik zelf graag snel het diepe in spring. Ik wil ergens tot op de bodem in kunnen duiken.”
‘Niet meteen vastleggen’
Als het gaat om het maken van zo’n duidelijke keus, is de 21-jarige derdejaars Lotte een stuk voorzichtiger. Ze denkt er daarom over een tussenjaar in te lassen, voordat ze mogelijk aan een Master Civiel Recht begint. “Ik wil me niet meteen vastleggen en de tijd nemen om me goed te oriënteren. Ik hoor te vaak dat studiegenoten een master kiezen die hen uiteindelijk zo tegenvalt dat ze alsnog stoppen of overschakelen. Het lijkt me verstandiger meteen een goede keuze te maken waar je echt voor wilt gaan en waar je in kunt uitblinken. Want het is intussen nog crisis, dus banen komen je al niet aanwaaien.” Niet dat ze zich op het moment grote zorgen maakt over de toekomst: “De meeste rechtenstudenten niet, denk ik. Je zit nu nog zo middenin je studie en wie weet hoe de economie er over een paar jaar uit ziet.”