De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) distantieert zich expliciet van de negatieve publiciteitscampagne die gevoerd wordt tegen notaris Palko Benedek van notariskantoor Van Putten Van Apeldoorn uit Ede. In een persbericht laat de KNB weten van de zaak op de hoogte te zijn, en dat niet is gebleken dat de notaris onjuist heeft gehandeld.
Een organisatie die zich Vrouwe Justitia in Verval noemt, heeft de afgelopen weken in de media zeer negatieve publiciteit naar buiten gebracht rondom een specifieke executieveiling van een villa in Holten, waarbij Benedek als notaris betrokken was.
Via e-mails, persberichten en teksten op websites wordt hij afgeschilderd als een incompetente notaris die ‘geheel ten onrechte’ de woning van een bejaard echtpaar veilt en hen ‘op straat zet’. In een persbericht somt de organisatie op waarom de veiling juridisch niet in orde is en een ‘onrechtmatige daad’ zou zijn.
Het persbericht wordt afgesloten met: Vrouwe Justitia in Verval is een organisatie die middels praktijkervaringen de misstanden in de zogenaamde “Rechtsstaat” in Nederland aan de kaak stelt, met name in de civiele rechtspraak. Aan de orde komen de misdragingen van de dienaren van deze zogenaamde “Rechtsstaat”, zoals rechters, advocaten, deurwaarders en notarissen.
In de noot voor de redactie schrijft de organisatie nog: Vrouwe Justitia in Verval is geen organisatie die zomaar iets roept. Wij zullen de komende maanden schokkend nieuws naar buiten brengen over […], met vervolgens een opsomming van dingen als ‘fraude bij het schrijven van vonnissen’ en ‘broddelwerk van de Hoge Raad’.
De KNB is bekend met de specifieke executieveiling en schrijft op zijn website dat het Notarieel Juridische Bureau van de beroepsorganisatie Benedek ook diverse malen heeft geadviseerd in de zaak. “Bij eerdere executieproblemen zijn de bewoners in door hen aangespannen tuchtrecht- en civiele procedures in alle instanties (tot en met de Hoge Raad) in het ongelijk gesteld. Ook in deze executiezaak is niet gebleken dat Benedek juridisch of tuchtrechtelijk onjuist heeft gehandeld.”