De KNB wil dat de wetgever expliciet bevestigt dat een volmacht niet eindigt als de volmachtgever wilsonbekwaam wordt. Daarover bestaat nu nog te veel onduidelijkheid. De beroepsorganisatie liet dat in een brief aan de vaste Kamercommissie en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie weten.
In de Memorie van Toelichting bij de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap schrijft staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie dat mensen kunnen anticiperen op hun wilsonbekwaamheid door het geven van een volmacht die geldt op het moment dat je wilsonbekwaam wordt en dat de bestaande wetgeving zo’n volmacht ook toelaat. Ook volgens de staatssecretaris bestaat er echter onduidelijkheid over de precieze reikwijdte van dergelijke volmachten. Uit de Memorie:
‘De bestaande wetgeving laat een volmacht die van kracht wordt of blijft indien de betrokkene wilsonbekwaam wordt, toe […]. Hetzelfde geldt voor een wilsverklaring met het oog op toekomstige wilsonbekwaamheid. […]Het staat mensen voorts vrij om een volmacht of wilsverklaring door de notaris te laten vastleggen. Een en ander neemt niet weg dat er onduidelijkheid kan bestaan over de precieze reikwijdte van volmachten of wilsverklaringen als hier bedoeld. Ik zal bezien of een wettelijke regeling hiervoor geboden is.’
Gezien de problemen die zich in de praktijk voordoen, is dat ‘bezien’ te weinig daadkrachtig, volgens de KNB. Die heeft daarom op 13 januari in een brief aan de vaste Kamercommissie van Veiligheid en Justitie en aan de staatssecretaris laten weten:
‘Hoewel de literatuur van mening is dat een volmacht niet eindigt maar doorloopt bij later intredende wilsonbekwaamheid, blijkt in de praktijk dat verschillende instellingen een volmacht bij ingetreden wilsonbekwaamheid niet altijd accepteren. Dit leidt tot diverse problemen. Graag zou de KNB daarom expliciet door de wetgever bevestigd willen zien dat een volmacht niet eindigt maar doorloopt nadat de volmachtgever wilsonbekwaam is geworden.’