Haalde NautaDutilh-partner Paul Olden in interviews met RTLZ en het Financieele Dagblad ten onrechte enkele voormalige directieleden van Buma/Stemra door het slijk? Twee oud-bestuurders van de auteursrechtenorganisatie vinden van wel en dienden een tuchtklacht tegen Olden in. De advocaat is echter niet verantwoordelijk voor de vermelding van hun namen in de media, aldus de Raad van Discipline Amsterdam in een uitspraak van 23 januari.
De namen van Hein van der Ree – tot 1 februari 2016 directievoorzitter van Buma/Stemra – en general counsel Anja Kroeze duiken in augustus vorig jaar op in artikelen van het FD en RTLZ, over onregelmatigheden in de boekhouding van Buma/Stemra. De nieuwe directie had vanwege vermoedens over gesjoemel NautaDutilh-advocaat Paul Olden ingeschakeld om onderzoek te doen. Die liet zich hierbij ondersteunen door BDO.
De uitkomsten van het onderzoek, onder meer dat er door directieleden wel heel creatief met geld werd geschoven en dat het bestuur hierover niet werd ingelicht, nopen Buma/Stemra en Olden tot een ‘actieve mediastrategie’. Een persbericht en interviews met het FD en RTLZ werden voorbereid. In het artikel van RTLZ werd Olden ook geciteerd: “Op twee punten is het mis gegaan. De regels voor financiële verslaglegging zijn niet goed nageleefd en de directie heeft bovendien het bestuur niet goed geïnformeerd.”
Ex-directieleden Van der Ree en Kroeze stellen zelf niets te maken te hebben gehad met zulke onregelmatigheden, en hiervan zou ook niets blijken uit het BDO-rapport. Toch worden hun namen in verband hiermee wel genoemd in de stukken van het FD en RTLZ, en vervolgens in andere media. Dat is mede de schuld van de advocaat van Buma/Stemra, stellen ze in hun tuchtklacht. Olden heeft onder meer hun belangen geschonden door de betreffende informatie aan journalisten te verstrekken, inclusief gegevens waarvan hij had moeten weten dat die niet kloppen. Ook heeft de advocaat hen ten onrechte beschuldigd van strafbare feiten, vinden ze.
Olden betwist dit: zo zijn de namen van de klagers niet genoemd in het persbericht of in de interviews, en is hij bij publicaties door andere media – die de namen op eigen initiatief wel noemden – niet betrokken geweest. De Raad van Discipline Amsterdam stelt dan ook dat de NautaDutilh-partner niets te verwijten valt, onderstrepend dat ‘voldoende aannemelijk is gebleken dat er onregelmatigheden waren in de administratie van Buma/Stemra’.
“Met de aanwezigheid van verweerder bij in dat kader gegeven interviews werd een redelijk belang van zijn cliënte gediend,” aldus de tuchtrechter. “Uit de enkele aanwezigheid van verweerder bij interviews met zijn cliënte kan niet volgen dat hij zich tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gedragen, ook niet indien de daaruit resulterende artikelen onwaarheden over klagers bevatten.” Bovendien blijkt nergens uit de artikelen dat Olden Van der Ree en Kroeze heeft aangewezen als ‘personen die verwijtbare handelingen hebben verricht’, of dat hij op andere manieren opzettelijk een valse voorstelling van zaken heeft gegeven.
Overigens hoeft Olden van de raad het rapport van BDO niet op te sturen naar de klagers, zoals zij vragen. Daarmee zou hij zijn geheimhoudingsplicht richting zijn cliënt schenden. aldus de raad.