Een bij Achmea voor rechtsbijstand verzekerde consument eist dat de verzekeraar in twee verschillende zaken – een geschil met de Vrije Universiteit over een afstudeerproject en een geschil met aannemers over een bouwproject – een externe advocaat inschakelt. De Klachteninstituur Financiële Dienstverlening stelt in een uitspraak van 31 juli dat Achmea die eis in beide gevallen naast zich neer kan leggen.
In het eerste geval – het geschil met de VU – heeft de verzekerde een vaststellingsovereenkomst met finale kwijting getekend, maar daar krijgt ze later spijt van. Ze eist daarom dat ze alsnog bijstand krijgt van een externe advocaat. Het Kifid stelt dat daarvan alleen sprake kan zijn als er sprake is van een ‘verkeerde voorstelling van zaken’ door de VU, of als er sprake is van misbruik van omstandigheden. Dat is niet het geval, aldus Kifid: ‘De stelling van consument dat haar deze overeenkomst werd opgedrongen vindt derhalve geen bevestiging in de feiten (…)’.
In het tweede geval wil de verzekerde schade aan haar woning verhalen op twee aannemers. In opdracht van Achmea heeft een bureau onderzoek gedaan naar de schade, maar Achmea zelf concludeert dat de vordering is verjaard. De verbouwing van het huis werd al in 1998 uitgevoerd. Een advocaat van de Vereniging Eigen Huis geeft een second opinion, en die komt tot de conclusie dat er wel degelijk een ‘redelijke kans op succes bestaat’. Achmea stelt daarop dat de zaak overeenkomstig de second opinion zal worden afgehandeld door een jurist van de verzekeraar zelf.
Volgens de geschillencommissie van het Kifid kan die handelwijze door de beugel. ‘Zolang naar het oordeel van Achmea geen gerechtelijke procedure gevoerd moet worden, hoeft de zaak niet te worden uitbesteed aan een externe advocaat. De Commissie is van oordeel dat Achmea hiermee op correcte wijze uitvoering heeft gegeven aan de tussen partijen geldende verzekeringsvoorwaarden.’