“Er wordt iets opgeblazen, wat zeer waarschijnlijk niets is,” zegt de Amsterdamse Deken Germ Kemper over de publiciteit die vandaag ontstond rondom Bram Moszkowicz. Mede naar aanleiding van de “krachtig negatieve” reactie van de advocaat op enkele gestelde vragen, wil hij de kwestie echter wel nader onderzoeken.
Moszkowicz ontving een brief van de deken, met daarin vragen over een medewerkster die bij de advocaat is gaan werken ten tijde van de Wilderszaak, maar die tot die tijd griffier was bij de rechtbank Amsterdam. Dat Moszkowicz iets van die brief openbaar maakt [in de Telegraaf van vandaag, red.] is volgens Kemper toegestaan, maar hij zelf kan er niets van vrijgeven. Wat er uit die brief te lezen is in de Telegraaf, klopt volgens Kemper wel.
De manier waarop het naar buiten wordt gebracht, is volgens Kemper echter overdreven. De president van de rechtbank, Carla Eradus, heeft geen beschuldigingen geuit en heeft zich niet beklaagd bij de deken. Het woord ‘spionage’ is evenmin ooit door een van hen in de mond genomen. “Er wordt iets opgeblazen, wat zeer waarschijnlijk niets is,” aldus Kemper. “De president van de rechtbank en ik hebben – zoals we regelmatig doen – in een overleg besproken wat er zoal speelt. Daarin heeft de president iets aan de orde gesteld dat raar zou kunnen zijn. Daarover wilden we graag praten met de heer Moszkowicz. Op dat verzoek heeft hij echter geprikkeld gereageerd en blijkbaar direct de publiciteit gezocht.”
Omdat Moszkowicz “zo krachtig negatief” reageerde op de vragen van de Deken, wil Kemper nu wel graag onderzoeken hoe de vork in de steel zit. Gisteren heeft hij de bekende advocaat daarom gevraagd hem nader te informeren over de medewerkster, bijvoorbeeld over de vraag wanneer zij precies in dienst kwam.
De president zou zich verder nog hebben beklaagd over het feit dat Moszkowicz niet op alle zittingsdagen aanwezig kon zijn en dat zijn pleidooi een stuk korter was dan hij had aangekondigd. Kemper daarover: “Soms werken de president van de rechtbank en een advocaat maanden aan dezelfde zaak en dan ontstaan er wel eens wat irritaties over feitelijkheden. Als verstandige mensen moeten we die dingen dan doornemen, zodat het niet blijft liggen.”
UPDATE 10 november: verklating van de rechtbank