Kamerlid Ard van der Steur van de VVD wil naar aanleiding van de zaak Van Hal Scheffer van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie weten of er “voldoende wet- en regelgeving is om misstanden in de advocatuur te bestrijden door zowel proactief als repressief optreden”.
Dat blijkt uit Kamervragen die Van der Steur naar aanleiding van de affaire heeft gesteld. Van der Steur, zelf voormalig advocaat, wil ook weten hoe politie, het Openbaar Ministerie en de Nederlandse Orde van Advocaten zijn omgegaan met de zaak. “Kunt u bij de beantwoording ook de chronologische volgorde van de kwestie en de samenwerking tussen de diverse organisaties betrekken?”
Van der Steur werd blijkens zijn cv op zijn website in 1995 advocaat bij NautaDutilh. Daar heeft hij zich “breed kunnen ontwikkelen op een groot aantal rechtsgebieden”. Van 2006 tot 2010 werkte hij als parttime docent burgerlijk recht bij de afdeling Moot Court van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. Thans is hij als adviseur en klachtencommissaris verbonden aan Legaltree.
Van der Steur was niet bereikbaar voor een toelichting.