De website Fouteadvocaten.org is niet meer. De Stichting Waakzaamheid Onrechtmatige Uitlatingen op het Internet, lees de Haarlemse advocaat Jerry Hoff, heeft in augustus bij de rechtbank Haarlem in kort geding met succes een verbod van de website geëist vanwege onrechtmatige uitlatingen over advocaten. “Ik heb de Orde per brief gevraagd iets aan die site te doen. Daartoe voelde de Orde zich niet geroepen, dus toen heb ik zelf de stichting opgericht,” aldus Hoff.
Op Fouteadvocaten konden cliënten anoniem advocaten aan de schandpaal nagelen. Anoniem, want “we gaan uit van uw oprechtheid”. “U hoeft niets te bewijzen, de advocaat moet maar bewijzen dat zijn vermelding onterecht is. Uw naam, e-mailadres en of IP-nummer worden nimmer bekendgemaakt. (…) Ook vragen we u geen beledigende scheldwoorden te gebruiken. Achterbaks, laks, onkundig, liegt, bedriegt en dergelijke termen zijn geen bezwaar,” stond op de aanmeldpagina.
Daarvan werd natuurlijk gebruik gemaakt, onder andere in het geval van de eisende partij – naast genoemde stichting – in het kort geding. Over hem stond vermeld: “Onbetrouwbaar, blaaskaak, intimiderend, kleinerend, fantast, leugenaar, toneelspeler, geldwolf. Veel bombarie en bergen larie! Vindt zichzelf een ge-wel-dige advocaat, op de website van zijn kantoor associeert hij het team (dus ook zichzelf) met een havik (oplettende ogen) een beer (krachtig) en een VOS, zo sluw en onbetrouwbaar is hij inderdaad! Mengt zich in kringen die het daglicht niet kunnen verdragen maar trekt er een rookgordijn omheen met zijn bodemloze put aan praatjes. Partner van Loyens & Loeff, bekend op deze site heb ik al wel gezien, dat is geen toeval!”
Dat mag dus allemaal niet meer. Volgens de Haarlemse voorzieningenrechter zijn de uitlatingen onrechtmatig, onder meer omdat er geen enkele feitelijke onderbouwing wordt gegeven en er ook geen hoor- en wederhoor werd toepast. “Voor zover met de website wordt beoogd een maatschappelijk belang te dienen – bijvoorbeeld om misstanden in de advocatuur aan de kaak te stellen en het publiek daarover te informeren – valt niet in te zien dat dat belang met deze werkwijze gediend kan zijn.”
Volgens Hoff zijn advocaten op de website “op een vreselijke manier door het slijk gehaald”, en moest er iets gebeuren. “Daarom heb ik de stichting opgericht. Ik heb iets vergelijkbaars gedaan in de jaren negentig, toen om publicatie van financieel gevoelige informatie in de media tegen te gaan. Daar had ik toen succes mee, dus ik heb nu dezelfde weg bewandeld.” Hoff weet niet of de stichting nog vaker van zich zal laten horen. “Dat laat ik van de omstandigheden afhangen. Als blijkt dat er behoefte aan is, dan komt de stichting weer tot leven. Maar ik ga niet actief op het internet lopen zoeken.”
Het was overigens nog een hele toer om de eigenaar van de website te vinden. De server stond in Armenië en de registratiegegevens van de website werden afgeschermd door de Australische organisatie Privacy Protect. Hoff diende daarop een klacht in bij Pricacy Protect. Toen de wederpartij weigerde in te gaan op een bemiddelingsverzoek, kreeg hij de registratiegegevens alsnog.
De beheerder van de website bleek uiteindelijk woonachtig in België. Hij draait op voor de proceskosten van bijna drieduizend euro. Ook moet hij de advocaat/eiser een voorschot van vijfduizend euro aan schadevergoeding betalen.