
Dat mediation niet meer is weg te denken uit de rechtspraak, ondervindt ook de sector civiel recht van de Hoge Raad. Twaalf keer moesten de raadsheren zich buigen over op het gebied van arbitrage en andere vormen van alternatieve geschilbeslechting.
De Hoge Raad gaf daarbij nadere invulling aan de verplichtingen en beperkingen van een clausule die partijen verplicht om bij een geschil eerst voor mediation te kiezen. De Hoge Raad oordeelde dat de betekenis van een mediationclausule moet worden vastgesteld door uitleg van die clausule aan de hand van de bedoelingen van partijen.
Die uitleg kan meebrengen dat de clausule partijen verplicht mediation te beproeven voordat zij bij de rechter of in arbitrage een procedure beginnen. Daarbij kan van betekenis zijn dat de clausule is overeengekomen tussen professionele partijen en betrekking heeft op een zakelijk geschil. Maar een mediationclausule mag niet worden toegepast als daardoor het recht op toegang tot de rechter onaanvaardbaar wordt beperkt.
Lees ook: 30 jaar Mediatorsfederatie: het vak is volwassen geworden
Bestelling plaatsen
Veel aandacht was er ook voor zaken waarin het Europees recht centraal stond. Zo was er de zaak over de bestelknop in online winkels. Is het voor een consument voldoende duidelijk dat het klikken op een knop met de tekst ‘bestelling plaatsen’ betekent dat er dan ook moet worden betaald? De Hoge Raad sloef er de Richtlijn consumentenrechten op na en oordeelde dat dat niet duidelijk genoeg is.
De term ‘bestelling plaatsen’ wordt door de gemiddelde consument niet noodzakelijk en consistent in verband gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting. Is door een consument een transactie aangegaan met een bestelknop die niet voldeed aan de wettelijke vereisten, dan moet de rechter die overeenkomst gedeeltelijk of geheel vernietigen. De handelaar kan dan recht hebben op een vergoeding.
Strafrecht
Druk was het ook bij de sector strafrecht. De instroom bedroeg in 2024 3618 zaken, 164 meer dan in 2023. De uitstroom telde 3377 uitspraken en ook dat was meer dan in 2023, toen het in 3158 zaken tot een uitspraak kwam.
De Hoge Raad licht enkele spraakmakende zaken uit in het jaarverslag. Bijvoorbeeld over het spanningsveld rondom het uitfilteren van geheimhoudersgegevens uit gegevens die door politie en justitie worden gevorderd bij een aanbieder van communicatiediensten.
De Hoge Raad heeft beslist dat als filtering mogelijk is zonder kennisneming van de geheimhoudersgegevens, de officier van justitie die filtering mag uitvoeren. Die taak kan hij ook opdragen aan opsporingsambtenaren. Anders moet de officier van justitie de rechter-commissaris bij de zaak betrekken om de filtering te (laten) verrichten.
Ook de aanmerking van de lokale deken van de Orde van Advocaten als functioneel verschoningsgerechtigde wordt specifiek benoemd.
Lees ook: Hoge Raad verschaft duidelijkheid over verschoningsrecht
Belastingrecht
In 2024 werden bij de belastingkamer van de Hoge Raad 1.058 zaken aanhangig gemaakt. Dat was opnieuw meer dan verwacht, maar veel zaken werden weer ingetrokken. De uitstroom beliep 1.001 zaken, waarvan 677 uitspraken (68%). De overige uitstroom bestond uit intrekkingen en dergelijke, zoals uitblijven van betaling van griffierecht. De werkvoorraad daalde naar 1.005 zaken. De gemiddelde doorlooptijd daalde ten opzichte van 2023 met één dag naar 286 dagen.
Lees hier het volledige jaarverslag