Er wordt binnen de balie en de Orde veel geklaagd over het overheersende en beeldbepalende karakter van de Nederlandse strafrechtadvocatuur. Maar het lijkt onontkoombaar, zeker als je een jaarcongres organiseert onder de titel De advocaat: held van de rechtsstaat. Wéér staan ze volop in de schijnwerpers, Moszkowicz en de zijnen.
Door Lucien Wopereis
Deken Willem Bekkers poogt in zijn rede overigens het net beduidend breder te trekken. Helden van de rechtsstaat, dat zijn juist de advocaten die niet bekend zijn bij het grote publiek. “In alle bescheidenheid, maar strijdvaardig en gedreven – zeg maar gerust heldhaftig – verlenen zij rechtsbijstand aan degenen die dat het hardst nodig hebben. Tegen alle vooroordelen in, tegen de verdrukking in,” aldus Bekkers in zijn dekenrede.
Ze krijgen heel wat aaien over de bol van de deken, die onbaatzuchtige en onzichtbare advocaten. “De advocatuur heeft een beschavende werking in de rechtspleging. Advocaten faciliteren anderen, maken daarbij conflicten vooral niet groter dan ze zijn, laten belangen van derden meewegen waar dat redelijk is. Zij pakken door, ook als dat in strijd is met hun directe eigenbelang. Zij bevorderen de redelijkheid van alle betrokkenen, bemoedigen, zijn steun en toeverlaat.” En: “Kenmerkend voor echte helden is hun bescheidenheid, hun verborgenheid, waarin zij samen met anderen hun werk doen. Helden kweken heldhaftigheid. Ze zijn offervaardig, offerbereid. In dat opzicht is de advocatuur in de rechtsstaat nobel: het officium nobile in de meest klassieke betekenis van het woord.”
Na deze hoogmis relativeert Bekkers gelukkig ook op enkele plaatsen. Zo zijn artsen, journalisten, docenten uitgeprocedeerde asielzoekers (sic) en kunstenaars ook allemaal helden van de rechtsstaat. En een punt van kritiek, zo op het oog op gespannen voet met alle citaten hierboven: “Advocatuur en de rechterlijke macht laten zich onvoldoende aan die ‘civil society’ gelegen liggen.”
Superheld
Voorzitter Harm Brouwer van het College van procureurs-generaal neemt het stokje van Bekkers over. Charmant en welbespraakt is hij zeker, maar zijn toespraak zit vol steken onder water. Het thema ‘Held van de rechtsstaat’ is volgens hem goed gekozen, al had de Orde misschien nog beter het woord ‘superheld’ kunnen bezigen, gelet op “de cape-achtige kostuums van advocaten, en de buitenissige auto’s waarin zij zich voortbewegen”. Brouwer krijgt zo de lachers op zijn hand.
Daarna wordt Brouwer echter serieus, en gaat hij tekeer tegen de “advocatuur die bezit heeft genomen van de media”. Volgens Brouwer hebben vooral strafadvocaten handig ingespeeld op de behoefte bij het grote publiek aan drama, herkenbare emoties en de wens om winnaars te onderscheiden van de verliezers. Maar: “Op deze manier heft de advocatuur de sloopkogel tegen de rechtspleging, en het publieke vertrouwen daarin. Waarom wordt het OM door advocaten in de media rücksichtslos afgefakkeld?”
Een hand in eigen boezem zou de advocatuur bovendien niet misstaan, stelt de voorzitter. Zaken als de Schiedammer Parkmoord en Lucia de B. hadden ook bij de advocatuur tot zelfreflectie moeten leiden. “Zijn de verdachten in die zaken wel optimaal verdedigd?” Een commissie van oud-advocaten en wetenschappers zou zich over die vraag moeten buigen, aldus Brouwer, die dat een “mooi project” voor de Orde vindt.
Voor wat betreft de door advocatuur en ook door de rechter bekritiseerde afluisterpraktijken van het OM, maakt de super-pg eerst een diepe buiging naar de zaal. Het OM is tekortgeschoten, de huidige regeling is te complex en loopt over teveel schijven, verantwoordelijkheden zijn te diffuus. Van kwade opzet is volgens Brouwer geen sprake: “De gemaakte fouten zijn het gevolg van slordigheden of overwerktheid”.
En dus komt er nummerherkenning. De opname wordt in de toekomst automatisch gestaakt als er met een nummer van een advocaat wordt gebeld. Strafrechtadvocaten moeten dan wel altijd hun actuele telefoonnummers doorgeven aan het OM. Nu is hoongelach uit de zaal zijn deel. Brouwer gaat onverstoorbaar door naar het volgende punt: hoe is oneigenlijk gebruik van de telefoon van de advocaat door verdachten tegen te gaan? En weer laat Brouwer een bommetje vallen: “Dat is ons, maar óók uw probleem.” Hoe zou de Orde moeten controleren of een advocaat een cliënt laat bellen met zijn telefoon? Afluisteren?
Twijfelachtige hoofdrol
Ook het eerste deel van het middagprogramma, een discussie tussen rechtstheoreticus Hendrik Kaptein en rechtsfilosoof Marjolein Februari, draait – na aanvankelijk wetenschappelijke betogen over de vraag of en in hoeverre de advocaat een officer of the court is – uit op een discussie over de strafrechtadvocatuur. Aanleiding is de publicatie de dag ervoor van het boek Advocaat of maffiamaat? van de Amsterdamse advocaat Pim de Vos. Volgens Februari is het een teken aan de wand dat er steeds meer boeken verschijnen met uitermate twijfelachtige hoofdrol voor de advocaat.
Kaptein stelt dat boeken zoals die van De Vos slecht zijn voor het imago van de beroepsgroep. “De Orde zou in deze gevallen veel sneller en krachtiger moeten reageren,” stelt de rechtstheoreticus. De Vos is overigens tegelijkertijd elders in debat. Hij kruist de degens met voormalig deken Rob Geene over het onderwerp ‘beroepsethiek onder druk van commerciële prestatie’. Ook daar zal het vooral over de strafrechtadvocatuur gaan.
Sonja Boekmanprijs
Natuurlijk komen er ook wel andere onderwerpen aan bod. Zo krijgt NautDutilh de Sonja Boekmanprijs uitgereikt voor het kantoor met het beste diversiteitsbeleid. De reden: Nauta heeft als eerste Nederlandse kantoor de strafkorting voor part time werken afgeschaft, en bewust diversiteitsbeleid gevoerd door interne onderzoeken, presentaties, discussies, trainingen en netwerkbijeenkomsten. Toch een verassende uitkomst, want Nauta heeft 18% vrouwelijke partners, terwijl er kleinere kantoren zijn waar de verhouding bijna fifty-fifty is.
De jury vindt de resultaten van het diversiteitsbeleid van NautaDutilh echter “juist voor een groot kantoor indrukwekkend: immers hoe groter, hoe lastiger om draagvlak te verwerven voor het beleid”. Andere genomineerden zijn Kennedy Van der Laan en DLA-Piper. De Clercq Advocaten uit Leiden doet het erg goed qua diversiteit (drie van de zeven partners zijn vrouw), maar het kantoor valt volgens het juryrapport uiteindelijk af omdat het diversiteitsbeleid niet op papier is gezet.
Bestuursvoorzitter Marc Blom van NautaDutilh is “blij en trots” op de prijs. Zijn trots geldt zeker ook de mannen, “want je moet het samen doen”. Dan zakt zijn stem een octaaf en laat Blom weten dat diversiteit een “heel moeilijk proces is dat nog hééél lang gaat duren”. De zaal begint een beetje te morren: zoveel slagen om de arm, past dat wel bij de winnaar van de Sonja Boekmanprijs?
Een ander tussendoortje is het muziekgezelschap The Exclusive Strings: vier dames op violen met een “adembenemende mix van klassieke meesterwerken en pop”, aldus de congresgids. Adembenemend is het zeker, de vraag is alleen of dat als een positieve kwalificatie moet worden opgevat.
Verder loopt alles op rolletjes. De catering is gedurende de hele dag uitstekend, en de bevoorrading tijdens de afsluitende borrel overvloedig. Rest nog de standhouder die tijdens die borrel moppert over de geringe aanloop bij de Kennismarkt: hij heeft de hele middag geen mens meer bij zijn stand gezien.