Een in november 2013 reeds geschrapte advocaat is nog eens een jaar onvoorwaardelijk geschorst. De Raad van Discipline in Den Bosch sprak de schorsingsmaatregel uit naar aanleiding van een asielzaak en een echtscheidingsprocedure, waarin de advocaat zelden bereikbaar was, grove procedurele fouten maakte en tenminste een asielcliënt in grote problemen bracht.
De klager in de asielzaak probeerde vanaf medio 2012 een verblijfsvergunning te krijgen en had hiervoor de advocaat in kwestie in de arm genomen. Die liet echter zelden tot nooit van zich horen als de man en zijn hulpverleners contact zochten. In juli 2013 kwam het tot een gesprek, waarbij de cliënt liet weten een andere raadsman te willen. De slecht bereikbare advocaat zou het dossier binnen enkele dagen naar de hulpverlener zenden, maar stuurde het uiteindelijk pas een maand later direct naar de nieuwe advocaat van de asielzoeker, tegen de gemaakte afspraken in.
In de echtscheidingszaak stuurde hij na de verstreken termijn nog een verweerschrift in en bracht hij te laat een exploot aan bij de rechtbank. Verzoeken van de andere partij om informatie of processtukken bleven onbeantwoord.
Reden genoeg voor de tuchtrechter om de advocaat in deze twee gevallen te verwijten dat hij weigerde informatie te verschaffen en veelal onbereikbaar was. Uit de rapportage van de hulpverleners van de asielzoeker blijkt dat hij diverse telefoontjes en e-mails niet beantwoordde. Daar komt nog bij dat de advocaat wel een rekening ter waarde van 1200 euro aan deze man had verstuurd: het was de cliënt niet duidelijk waarom hij dit bedrag moest betalen. Volgens de advocaat was het slechts ‘een indicatie van een tarief’ voor het starten van een procedure om een verblijfsvergunning te verkrijgen.
Geen verbetering verwacht
“De ernst van het tuchtrechtelijk verweten handelen, gevoegd bij de grote omvang van de voor klager hieraan verbonden nadelige gevolgen, rechtvaardigt op zichzelf een zware maatregel,” oordeelt de tuchtrechter in deze zaak. Niet in het minst omdat er nog andere, soortgelijke klachten bekend zijn bij de raad, waaronder de scheidingszaak, waardoor de advocaat het vertrouwen in zijn beroepsgroep ‘ernstig heeft beschadigd’. “Verweerder heeft geen inzicht getoond in de door hem gemaakte misslagen, heeft niet van eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen geleerd en heeft niet aangetoond dat enige verbetering is te verwachten.”
Het is daarom niet langer verantwoord dat de advocaat nog langer zijn praktijk uitoefent; de raad legt een onvoorwaardelijke schorsing van een jaar op, ook al is de advocaat op 25 november 2013 al geschrapt van het tableau. De hoofdredenen voor die schrapping: sinds de start van zijn eigen kantoor in 2009 zijn er tien collega’s en confrères geweest die de deken verzochten om te bemiddelen tussen hen en verweerder. Daarnaast werden er in de afgelopen jaren elf klachten tegen hem ingediend, was hij slecht bereikbaar en kwam hij zijn financiële verplichtingen niet na. ‘Verweerder is niet geschikt om de functie van advocaat uit te oefenen,’ luidde het harde oordeel.
Mocht de advocaat ondanks zijn schrapping zich ooit nog eens opnieuw willen inschrijven, dan zal hij door de schorsingsmaatregel het eerste jaar zijn beroep nog niet mogen uitoefenen. Scheidingsprocedure.