Iedereen heeft recht op rechtsbijstand, maar betekent dat ook dat advocaten elke zaak moeten aannemen? Nee, zo stelt Joni Uhlenbeck, algemeen directeur van De Roos Advocaten en Notariaat in Amsterdam. “Ons kantoor wijst al jaren wegens een conflict of principles bepaalde cliënten de deur.”
Dat schrijf Uhlenbeck in een ingezonden bijdrage in het Parool. Haar reden om cliënten te weigeren? “De wereld ligt in puin en wij willen vervuilers en mensenrechtenschenders niet (in)direct helpen groter te worden.”
Uhlenbeck verwijst naar de inaugurele rede van Phillip Paiement, hoogleraar Recht en Bestuur in het Antropoceen aan de Tilburg University. In zijn rede betoogt Paiement dat politici steeds minder bereid zijn om maatregelen te nemen tegen klimaatverandering en milieuschade. Rechtszaken zijn daarom volgens hem onvermijdelijk.
Lees ook: ‘Rechtszaken blijven nuttig forum voor milieuactivisten’
Procesvoordeel
Uhlenbeck schrijft dat advocaten meer en meer lijken te beseffen dat zij via hun cliënten invloed hebben op de maatschappij en daarmee op het klimaat. Maar, zo stelt ze, ‘activistische’ advocaten zijn in de minderheid. Ze wijst er verder op dat milieuvervuilende multinationals een enorm procesvoordeel hebben, dankzij ‘hun juridische teams en budgetten die groter zijn dan dat van menig souvereine staat’.
Dat David het soms toch wint van Goliath, komt volgens Uhlenbeck vaak vanwege de bereidheid van topadvocaten die iets positiefs willen bijdragen aan de wereld. Als het aan Uhlenbeck ligt zullen veel meer commerciële advocaten hun tarieven verlangen voor de goede zaak en de selectie van cliënten afstemmen op maatschappelijke impact.”
Lees het volledige opinieartikel op de site van Het Parool
Transitie
In een eerder interview vroeg Advocatie Aragon St-Charles, Global ESG Officer van Dentons of hij vond dat advocatenkantoren moeten weigeren bedrijven bij te staan die hun geld verdienen met vervuilende activiteiten of fossiele brandstoffen. Volgens hem is dat nu nog een brug te ver.
“Ik denk dat de meeste advocatenkantoren – ook de wereldwijde advocatenkantoren – nog niet in een positie zijn om dat te doen. Ik gebruik Dentons als voorbeeld. Wij beschouwen onszelf als een polycentrisch kantoor. We hebben veel geïnvesteerd in het adviseren van klanten op het gebied van duurzame energie, het is een van onze grootste praktijksectoren. Maar we werken ook in Afrika. En onze Afrikaanse partners zeggen: ‘In de gemeenschap waar ik werk, zit een groot percentage van de banen in de niet-hernieuwbare energiesector. Dus wil je zeggen dat we die industrie niet moeten steunen? Dat we de mensen in die gemeenschap niet moeten helpen? Het is allemaal goed en wel voor jullie in het Westen om te zeggen dat we onze uitstoot moeten verminderen. Maar wat ga je doen voor die tienduizend mensen die zonder werk komen te zitten als we deze mijn sluiten?’
We zijn als wereld nog aan het omschakelen. We kunnen niet zomaar van de ene op de andere dag stoppen met niet-hernieuwbare energie. Dus moeten we dan niet samenwerken met die energiesectoren die nog steeds aardgas of misschien steenkool gebruiken, om hen te helpen de arbeidsomstandigheden te verbeteren voor de mensen die daar werken? Om hen te adviseren over al hun ESG-aspecten, zodat ze deze bedrijven beter runnen, dat ze zorgen voor scholing, onderwijs, toegang tot gezondheidszorg en tot schoon water? Ik begrijp dat het onderwerp nogal emotioneel is voor veel mensen, maar de argumenten moeten genuanceerder zijn.”
Lees hier het volledige interview met Aragon St-Charles