De advocaat die in gerechtsgebouwen te Groningen en Assen wachtende mensen benaderde met de vraag of ze een advocaat nodig hadden, komt er toch vanaf met een berisping. Het Hof van Discipline haalt in zijn uitspraak een streep door de eerder opgelegde schorsing van drie maanden, al stelt ook de hoogste tuchtrechter dat cliënten ronselen in het gerechtsgebouw echt niet kan.
Een kantonrechter en een rechtbankmedewerker merkten beide op hoe de advocaat aan meerdere mensen in een wachtruimte rechtsbijstand aanbood, voorafgaand aan een zitting van de kantonrechter waarbij vorderingen tot gijzelingen werden behandeld.
Ook het Hof van Discipline vindt de vrijelijke benadering van wachtende mensen met de vraag of ze een advocaat nodig hebben, ongepast. Maar dan wel volgens een andere redenering dan de Raad van Discipline. Die stelde in november dat een advocaat zich heeft te schikken naar de regels van het gerechtsbestuur, die zulke praktijken ‘niet onbegrijpelijk’ niet zijn gebouw duldt. Het Hof maakt de belangrijke kanttekening dat er in de schriftelijke reglementen van de gerechtsgebouwen geen verbod op acquisitie is opgenomen.
‘Wachten moet ongestoord plaats kunnen vinden’
Het hof vindt echter wel dat het handelen van de advocaat in strijd is met de vastgelegde normen in de Advocatenwet. “Een gerechtsgebouw is naar zijn aard bestemd voor de behandeling van rechtszaken en fungeert in verband daarmee ook als wachtruimte voor personen in afwachting van de behandeling van hun zaak,” aldus het hof. “Het gedrag van de advocaat behoort geen afbreuk te doen aan het belang, dat dit wachten ongestoord kan plaatsvinden en dat wachtenden ervan verschoond blijven dat zij – ongevraagd – door een advocaat worden benaderd voor juridische bijstand.”
Daarnaast onderstreept de hoogste tuchtrechter dat de advocaat op zo’n moment niet kan weten of de personen die hij aanspreekt wel rechtsbijstand nodig hebben. Mocht dit wel het geval zijn, dan hebben deze personen alle mogelijkheid om zich hierover ‘te doen informeren buiten het gerechtsgebouw of eventueel daarbinnen, maar dan wel op eigen initiatief en niet op dat van een acquirerende rechtsbijstandverlener.’
De schorsing die de Raad van Discipline in november 2013 oplegde, zou pas van kracht worden als de advocaat opnieuw nietsvermoedende wachtenden in een rechtbank zou benaderen. Ook al is de advocaat volgens de deken elders in het land doorgegaan met zijn vorm van acquisitie, het Hof ziet reden tot verlichting van de sanctie tot een berisping. ‘Verweerder heeft bij de mondelinge behandeling in hoger beroep uitdrukkelijk verklaard dat hij zich zal houden aan de beslissing van het hof. Het hof ziet geen reden daaraan te twijfelen.’