Het enthousiasme waarmee het ministerie van Veiligheid en Justitie inzet op een nieuw, onafhankelijk toezichtorgaan voor de advocatuur, rijmt niet met de bevriezing van rijksbudget voor het tuchtrecht. Dat stelt Hof van Discipline-voorzitter en hoogste tuchtrechter Joost van Dijk in het deze week gepubliceerde jaarverslag van de raden en het Hof van Discipline.
Door Joris Rietbroek
Al gebruikt Van Dijk in zijn voorwoord van het jaarverslag diplomatieke bewoordingen, het stoort hem dat het ministerie van Veiligheid en Justitie zo nodig het onafhankelijke toezicht op de advocatuur in het leven wil roepen. “Ga nu niet weer een nieuw orgaan oprichten, maar faciliteer de bestaande middelen beter. Het tuchtrecht functioneert namelijk prima”, zegt hij. “Bovendien is het rijksbudget voor het tuchtrecht sinds 2009 bevroren; het staat op anderhalf miljoen euro. Zo’n nieuw toezichtsorgaan zal veel meer kosten dan die jaarlijkse bijdrage aan het tuchtrecht. Daarbij maakt de bestuurlijke rompslomp die erbij komt kijken het toezicht mogelijk ineffectief. Ik zie niet in waarom het zo moet.”
Een besluit van het ministerie waar de tuchtrechters wel gelukkig mee zijn: het plan om de voorfase van de klachtenprocedure bij de deken af te schaffen, is onlangs van tafel geveegd. Die voorfase waarin de deken bemiddelt en de klacht onderzoekt, leidt tot een aanzienlijk aantal schikkingen, wat met de werkdruk in het achterhoofd weer enkele klachtenprocedures – en werkdruk – op jaarbasis scheelt.
‘Onaanvaardbaar lange wachttijd’
Terwijl het Rijksbudget al sinds 2009 op hetzelfde peil staat, is het werk voor de raden en het Hof van Discipline alleen maar toegenomen, van 1050 klachten in 2010 tot 1400 klachten vorig jaar, een groei van 40%. Er moeten kortom veel meer zaken worden behandeld met hetzelfde geld: “De raden dreigen te bezwijken onder de last”, zo staat genoteerd in het jaarverslag. Van Dijk maakt zich vooral grote zorgen over de langere wacht- en doorlooptijden die het extra werk met zich meebrengt. “Het kan intussen acht tot twaalf maanden duren voordat een klacht eindelijk in behandeling wordt genomen. Zo’n lange periode is onaanvaardbaar. Als klager ben je ontevreden, dan wil je zo snel mogelijk verhaal halen. Niet pas na een jaar.”
Voor de forse stijging van het aantal klachten tegen advocaten is volgens Van Dijk niet één duidelijke oorzaak aan te wijzen. “Het is voor ons koffiedik kijken, maar we merken over het algemeen dat mensen mondiger zijn geworden. Ook de Ombudsman of het Medisch Tuchtcollege krijgen meer klachten te verwerken. Daarnaast is er door de publicatie van uitspraken meer bekendheid gekomen voor het tuchtrecht en wijst ook de advocatuur zelf steeds vaker op de mogelijkheid tot klagen.” Of zijn advocaten slechter geworden in hun werk? “Dat is natuurlijk niet te meten, maar als je ziet dat er ruim 17.000 advocaten zijn en enkele honderden krijgen een tuchtrechtelijke veroordeling, dan bedraagt dit aantal net als eerdere jaren twee procent.”
Meer efficiëncy
Met 1400 klachten kwam het in 2012 uiteindelijk tot 1131 tuchtrechtelijke oordelen door de raden en het Hof, waarbinnen 39% van de klachten (deels) gegrond werd verklaard. In 2011 lag dit percentage overigens nog op 48%. In veel gevallen draaien gegrond verklaarde klachten om prestaties die onder de maat zijn, slechte communicatie met de cliënt of overschrijding van financiële regels. Opvallend: het aantal onvoorwaardelijke schorsingen verdubbelde bijna ten opzichte van 2011, van 32 naar 60. Van Dijk: “Die stijging is ons natuurlijk ook opgevallen, dus laten we onderzoeken hoe er het afgelopen jaar is omgesprongen met die straf, want het is een ernstige maatregel.”
Met de stijging van het aantal klachten, deden de raden en het Hof vorig jaar 12% meer zaken af, toch binnen hetzelfde budget van in totaal 2,9 miljoen euro waarvan het Rijk de helft betaalt. Volgens Van Dijk slaagde het Hof er vorig jaar in om enkele extra zittingen te houden en om op zittingsdagen zaken soms sneller af te handelen. “Maar je wilt de zaken natuurlijk niet afraffelen, dus er zitten grenzen aan”, vindt Van Dijk. “Voor een zitting staat drie kwartier; je kunt het niet maken tegenover mensen die van ver komen om een zitting dan maar in een kwartier af te doen.” Er wordt intussen nagedacht over plannen om zuiniger en efficiënter te werken binnen de raden en het Hof van discipline. “Het is denkbaar dat het Hof niet al te ingewikkelde zaken voortaan behandelt met drie in plaats van vijf leden. Daarnaast kan het zinvol zijn om voor klagers griffierechten van 50 euro te heffen. Dat is geen wereldschokkend bedrag, maar het stelt wel net die drempel op. Wie echt een serieuze klacht heeft, is wel bereid om dit bedrag te betalen. Een bescheiden prijskaartje kan ons in staat stellen om alle energie in de echt belangrijke zaken te steken.”