Een Nederlands advocatenkantoor dat zich met zijn dienstverlening specifiek richt op Duitsland, moet in rechte een Duitse klant in Duitsland aanspreken. ‘Omdat is gecontracteerd met een in Duitsland wonende consument is de Nederlandse rechter onbevoegd,’ aldus het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Het gaat om een verschil van mening over een declaratie. De Duitse cliënt wil die niet betalen. Het in Enschede opererende Lassche Advocaten probeert de betaling via de Nederlandse rechter af te dwingen. De kantonrechter gaat daar in eerste instantie in mee, maar het Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigt dat vonnis.
Volgens het Hof richt Lassche zich met haar commerciële en beroepsactiviteiten mede op Duitsland. ‘Lassche heeft een website in de Duitse taal met de (Duitse) topleveldomeinnaam “.de”, verwijst op haar website naar haar internationale (Duitse) clientèle en nodigt uitdrukkelijk Duitse klanten uit om van haar diensten in Nederland gebruik te maken. Zij noemt zichzelf “Rechtsanwälte” en afficheert zich ermee met haar klanten in de Duitse taal te kunnen communiceren. Dat alles vormt een voldoende aanwijzing dat Lassche van plan was om handel te drijven met consumenten die woonplaats hebben in een andere lidstaat, namelijk Duitsland,’ aldus het Hof.
Daarmee is voldaan aan de toepasselijke verordening (Brussel I bis), en kan het declaratiegeschil alleen worden voorgelegd aan een Duitse rechter.