De omslag in kwaliteit van het eigen toezicht op de advocatuur heeft zeker in de tweede helft van 2013 doorgezet. Dat concludeert interim rapporteur Rein Jan Hoekstra in zijn maandag in het Haagse Nieuwspoort gepresenteerde eindrapportage 2013 over toezicht advocatuur. “Er is een belangrijke slag gemaakt.” Ter plekke ruimt hij een misverstand bij voorbaat uit de weg. “Ik heb niet de indruk dat er sprake is van misstanden binnen de advocatuur.”
Met name verbeteringen op het gebied van financiëel toezicht – de oprichting van de unit Financieel Toezicht Advocatuur (FTA) –, proactief kantoorbezoek en externe verantwoording en verslaglegging stuwden de kwaliteit van het toezicht, aldus Hoekstra. Om het niveau vast te houden, is er voor de komende jaren een toezichtsstrategie opgesteld. De medewerkers van de FTA ondersteunen de dekens en deden in 2013 onderzoek naar 37 kantoren. “Heel nuttig, je ziet dat niet alles goed is en dat sommige kantoren kwetsbaar zijn”, stelt Hoekstra.
Daarnaast deed de unit bij 44 kantoren een verkennend onderzoek naar derdengelden. “Op dat gebied is nog niet alles koek en ei”, zo kon Hoekstra zelf vaststellen toen hij meeging op een bezoek aan een Rotterdams kantoor. “Niet alle advocaten houden zich aan de regels op dit gebied. Zo vergeten sommigen de tweede handtekening nog wel eens.” In het kader van proactief toezicht kregen 587 advocatenkantoren (12,3%) dit jaar bezoek namens de Orde.
“De Orde had zich tot doel gesteld om minstens 10% van de kantoren bezoeken, dit doel is ruim gehaald,” onderstreept Hoekstra. “De beschikbaarheid van de resultaten van kantoorbezoeken en de invoering van de uniforme klachtenregistratie leveren een belangrijke bijdrage aan de harmonisatie van de externe verantwoording en verslaglegging en de verdere versterking van het toezicht”, zo noteert hij daarnaast in zijn conclusies. De eerste resultaten hiervan worden gebruikt om in de toekomst risico gestuurd toezicht verder vorm te geven.
Verdere professionalisering in 2014
Wat Hoekstra betreft moet 2014 in het teken staan van de operationalisering van de omslag die in 2013 is gemaakt. De interim rapporteur gaat volgend jaar verder met zijn werkzaamheden; hij zal de voortgang van de ingezette veranderingen en de verdere professionalisering van het toezicht monitoren en de verdere uitwerking van de toezichtstrategie voor de komende jaren beoordelen. In de loop van 2014 wordt verder de uitkomst verwacht van de unit FTA naar de naleving van de WWFT door advocaten en monitoring van de inhoudelijke controle van de WWFT bij kantoorbezoeken.
De lokale dekens storten zich op de verdere versterking en verbreding van het inhoudelijke toezicht en verdere professionalisering, stelt de Orde na afloop van de persconferentie. De Orde stelt dat zij zich ‘voelt gesteund’ door Hoekstra’s eindconclusies voor dit jaar. “Ik hoop daarom dat dit rapport staatssecretaris Teeven en zijn ministerie nog eens flink aan het denken zet over zijn toezichtsplannen”, reageert deken Walter Hendriksen na afloop van Hoekstra’s toelichting. “Het is voor ons nogmaals een bevestiging dat wij voor goed toezicht op het systeem van de advocatuur zijn, maar niet voor een college van toezicht met verregaande invloed zoals de staatssecretaris voor ogen heeft.”
Hoekstra’s eindrapportage is intussen nadrukkelijk geen advies aan het ministerie van Veiligheid en Justitie. De rapporteur blijft wel bij zijn eerder uitgesproken standpunt dat er wat hem betreft geen ‘toezicht op toezicht gestapeld zou moeten worden’, als althans blijkt dat de advocatuur onderling het toezicht goed voor elkaar heeft.
De volledige eindrapportage van Rein Jan Hoekstra is hier als pdf te downloaden.