‘Notaris vastgoedfraude plunderde KPMG-dochter’, aldus een kop in het Financieele Dagblad van 27 februari. De notaris in kwestie is Michel van Agt, die zou hebben gehandeld in samenspanning met zijn partner Margot Dussel. Over vastgoed- en hypotheekfraude, en schimmige transacties op derdengeldenrekeningen.
Door Micha Kat
Het koppel is de naamgever van Van Agt + Dussel, een notariskantoor met ruim veertig medewerkers. Met de aantijgingen in de kop was de FD-koek nog niet op. De krant in het zelfde artikel: “Eerder deze maand onthulde het tv-programma NOVA dat er tuchtklachten tegen Van Agt zijn ingediend door vier hypotheekverstrekkers, de Nationale Hypotheekgarantie, drie gedupeerde particulieren en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). Dit laatste omdat de notaris nalatig zou zijn bij hypotheekfraude op de particuliere huizenmarkt in Rotterdam.”
Hebben we hier te maken met het meest foute kantoor uit de geschiedenis van het Nederlands notariaat? Krijgen de al jarenlang rondzingende verhalen over frauderende (vastgoed)notarissen in de ‘broeders’ Van Agt en Dussel eindelijk gezichten? Of is het verhaal in het FD een hoax, en is er niets aan de hand bij Van Agt + Dussel, gevestigd onder de statige toren van de Erasmus Universiteit?
Crisisoverleg met het Financieele Dagblad
Opvallend is dat de beide notarissen geen zaak aanspannen tegen het Financieele Dagblad. Waarom eigenlijk niet? Kloppen de aantijgingen dan toch? Van Agt en Dussel spreken niet met journalisten. De ‘perscontacten’ zijn neergelegd bij Huijskens & Istha, het bureau dat zich heeft gespecialiseerd in crisiscommunicatie. Een woordvoerder van dit bureau licht toe: “Het stuk in het FD heeft beide notarissen overvallen. Samen met hen heb ik een reactie geschreven die als persverklaring is uitgegeven en ook te lezen is op de site van het kantoor. Maar er is ook contact gelegd met de betreffende journalisten van het FD. Een dezer dagen is een gesprek gepland juist om te vermijden dat deze journalisten voortgaan op de verkeerde weg. Er is ook een brief gestuurd aan de hoofdredacteur van het FD. Maar het zou best kunnen dat er alsnog een procedure tegen het FD wordt opgestart.”
‘Uit hoofde van hun werkzaamheden’
Het gaat in deze zaak om drie losstaande zaken die de notarissen worden aangewreven: een faciliterende rol in de zogeheten ‘vastgoedfraude’ waarin ook Philips, Rabobank en Fortis onder vuur liggen. De ‘Rotterdamse hypotheekfraude’, en het ‘plunderen’ in het faillissement van het voormalige aan KPMG verbonden advocaten- en notariskantoor SBMC. Wat de vastgoedfraude betreft: hier is nog niets zeker, behalve dat Michel van Agt, zoals hij zelf op zijn website zegt, ‘drie transportakten heeft gepasseerd voor iemand die nu verdachte is in het onderzoek naar vastgoedfraude onder pensioenfondsen’.
De eerste twee zaken laten we voor wat ze zijn. Blijft over het faillissement van SBMC. Hier lijken de twee een serieus probleem te hebben. Eind december 2007 oordeelde de Haagse rechtbank immers dat de twee ruim een miljoen euro moeten terugbetalen aan de boedel van SBMC. Het feit dat zij zich dat bedrag hadden toegeëigend vanuit een zogeheten ‘kwaliteitsrekening’ werd als onrechtmatige daad bestempeld door de rechter. De notarissen op hun website: “In dit geval betrof het honoraria die aan de twee notarissen toekwamen uit hoofde van hun werkzaamheden’. De twee gaan in hoger beroep.
Paulianeus of niet paulianeus?
Het faillissement van SBMC is nog altijd een trauma voor de Nederlandse advocatuur en dat trauma wordt er door de verwikkelingen rond Van Agt en Dussel niet kleiner op. De twee hebben Jacob Cornegoor van Spigthoff en Carel Raymakers van Boekel de Nerée (hij richt zich vooral op het verweer in de ‘Rotterdamse hypotheekfraude’) in de arm genomen om ze uit deze nachtmerrie te doen ontwaken. De curator van SBMC Kees van den End van Levenbach Advocaten, die het miljoen dus (voorlopig) met succes heeft teruggehaald naar de boedel, geniet de bijstand van Arnold Croiset van Uchelen van Allen & Overy, bij Loeff overigens een collega-partner van Michel van Agt.
Vanuit gesprekken met diverse bronnen wordt duidelijk wat er speelde rond deze ‘kwaliteitsrekening’. Curator Kees van den End: “Op de kwaliteitsrekening, ook wel derdengeldrekening genoemd, stonden twee soorten geld: van cliënten en gelden uit honoraria van juristen. Het cliëntengeld is afgerekend met de rechthebbenden. De andere gelden, het zogeheten ‘surplus’ -800.000 euro, met rente 1,1 mio- , is naar Van Agt en Dussel gegaan. Volgens de rechtbank hadden de twee daar echter geen recht op.”
Maar een nauw bij het faillissement betrokken voormalig partner van SBMC geeft aan dat er in de 8 ton ook declaraties zaten van andere juristen van SBMC, geld waarop de notarissen geen recht hadden. Dat zou ook logisch zijn omdat het rekeningnummer van deze kwaliteitsrekening op het briefpapier van het kantoor stond waardoor vele clienten er hun betaling ‘per ongeluk’ op stortten.Van Agt en Dussel schrijven op hun website in de (mede door Huijskens & Istha opgestelde) persverklaring: ‘het waren honoraria die ons toekwamen uit hoofde van onze werkzaamheden’.
In elk geval is het wel hoogst ongebruikelijk dat een notaris honoraria uit de ‘heilige’ derdengeldenrekening haalt. Het FD haalt in het artikel over Van Agt en Dussel Hoogleraar notarieel recht Wilbert Kolkman aan, die jurisprudentie noemt over een notaris die niet één dag geld mocht lenen van de rekening.
De twee notarissen hebben voorts eigenmachtig gehandeld toen ze hand legden op de gelden in een situatie waarin het kantoor reeds insolvent was. Uit het vonnis van de Haagse rechtbank: ‘Om uit de crisis te geraken was het noodzakelijk dat de partners van een belangrijk deel van hun vorderingen op de NV afstand zouden doen; alle partners waren daarvan op de hoogte’. In overweging 4.15 vervolgt de rechtbank op deze constatering: ‘De notarissen hebben de gelden die bestemd waren voor de NV en waarover zij konden beschikken, gebruikt ter voldoening van de eigen vordering op de NV terwijl het niet aan hen, maar aan de directie van de NV was om te beslissen welke crediteuren van de NV bij voorrang zouden worden betaald.”
Dit lijkt een schoolvoorbeeld van Pauliana. Toch heeft de rechtbank dat niet erkend maar ‘het gelaten’ bij onrechtmatige daad. Volgens een getuige zou het faillissement van SBMC min of meer door de actie van Van Agt en Dussel zijn veroorzaakt. Jacob Cornegoor bestrijdt dat en wijst op de laakbare rol van kantoordirecteur Gerrit Kievit die een veel grotere bijdrage aan het faillissement van het kantoor zou hebben geleverd dan zijn cliënten.
‘Alles is afgedragen’
Jacob Cornegoor over het al dan niet Paulianeus handelen van zijn cliënten: “De kwaliteitsrekening was niet van de NV, maar van mijn cliënten. Op deze formele grond kan er dus van Pauliana geen sprake zijn.” Cornegoor onderschrijft de lezing dat er op deze rekening ook gelden binnenkwamen vanuit de declaraties die andere juristen van SBMC verstuurden. “Maar deze zijn allen afgedragen zodat het hele bedrag op de rekening direct was gerelateerd aan de praktijk van mijn cliënten.”
Blijft over het punt van de ‘eigenrichting’. Jacob Cornegoor was onaangenaam getroffen door het artikel in het FD. Maar waarom dan -het blijft omineus – geen stappen genomen tegen de krant? “Mijn cliënten hebben wel een kort geding gevoerd tegen NOVA inzake hun berichtgeving over de Rotterdamse ‘hypotheekfraude’. Zo hebben ze gedaan gekregen dat Carel Raymakers in de uitzending commentaar mocht komen geven. Maar onder het stuk in het FD daarna stond ook de naam van een redacteur van NOVA. Mijn cliënten hadden toen het gevoel dat ze door NOVA werden ’teruggepakt’ en dat het weinig zin heeft nogmaals naar de rechter te stappen.”