Er is “geen emprische basis om een verband te leggen tussen afnemende beroepsethiek en de inkomenspositie van de notaris”, er is “geen causaal verband tussen slechte inkomenspositie en malafide praktijken” en er zijn geen problemen te verwachten bij de instroom van kandidaatnotarissen. Dat stelt minister Hirsch Ballin van Justitie in antwoord op Kamervragen van de SP.
Volgens Hirsch Ballin is er wel aanleiding om de ontwikkelingen in het notariaat in de gaten te houden. “Het is mij bekend dat notarissen die zich vooral op de vastgoedpraktijk richten de gevolgen ondervinden van een krimpend aanbod van werk. Ik vertrouw op de veerkracht en de inventiviteit van de notarissen om met deze financiële tegenvaller om te gaan en heb daarbij het beeld dat veel notarissen daarin slagen. (…) Ik zal de ontwikkelingen in de komende periode nauwgezet volgen en indien nodig, in overleg met BFT en KNB, bezien welke maatregelen nodig zijn,” aldus de bewindsman.
Het maken van onderlinge prijsafspraken is in ieder geval uit den boze, stelt Hirsch Ballin. “Ik acht het maken van prijafspraken door notarissen derhalve niet alleen in strijd met de wet, maar ook beleidsmatig ongewenst.”