Bij het Gerechtshof Den Haag is het per 1 maart mogelijk om handelszaken in hoger beroep voor te leggen aan een zogenoemde Bemiddelingsraadsheer. Het gaat volgens het hof om een proef, waarmee het mogelijk wordt om ‘kostenefficiënt tot een snellere en definitieve afwikkeling van een conflict te komen.’
Het is een mediation-achtig traject: partijen en hun advocaten zoeken met de Bemiddelingsraadsheer in een zo vroeg mogelijk stadium van de hoger beroepsprocedure – dus nog voor het indienen van de memorie van grieven – naar maatwerkoplossingen. Deze oplossingen moeten rekening houden met de belangen van beide partijen, zodat in het beste geval een schikking kan worden getroffen.
Het Haagse gerechtshof gaat alleen over tot een bemiddelingszitting als beide partijen dit zien zitten. De Bemiddelingsraadsheer die de zaak in dat geval behandelt, is speciaal opgeleid tot conflictbemiddelaar ‘die het gezamenlijke doel van een definitieve oplossing ondersteunt’.
De advocaten van de partijen spelen bij een bemiddelingszitting een voornamelijk adviserende en ondersteunende rol. De Bemiddelingsraadsheer zal vooral met de partijen zelf spreken, terwijl de advocaten op de achtergrond oog houden voor de belangen van hun cliënten. ‘Oog voor die belangen en een constructieve opstelling van de advocaten dragen bij aan een positief onderhandelingsklimaat tussen partijen,’ aldus het hof.
Mocht een zitting bij een Bemiddelingsraadsheer niet tot een oplossing leiden, dan wordt de zaak alsnog via de reguliere weg door het hof behandeld. De Bemiddelingsraadsheer maakt dan geen deel uit van de combinatie van raadsheren die zich over de zaak buigt.