Er geldt geen concurrentiebeding voor Officieren van Justitie, en zij kunnen dus overstappen van OM naar advocatuur en vice versa. Wel hebben officieren geheimhoudingsplicht betreffende gegevens waarover ze de beschikking krijgen bij de uitoefening van hun ambt. Dat schrijft minister Grapperhaus van Veiligheid en Justitie naar aanleiding van Kamervragen over de vertrokken officier Vincent L. en de vertrokken officier Bas Janssen in Maastricht.
L. wordt verdacht van een zedenmisdrijf: hij zou een minderjarige jongen hebben betaald voor seks. De officier nam na het ontstaan van de verdenking ontslag bij het OM, en ging als jurist aan de slag bij een advocatenkantoor. Bas Janssen, officier ‘ZwaCri’ Maastricht, stapte ook over naar de advocatuur. Hij vertrok volgens berichten in de media als gevolg van interne strubbelingen.
Grapperhaus bevestigt in de brief dat de voormalig officier als plaatsvervangend hoofdofficier van het Functioneel Parket betrokken is geweest bij een groot aantal fraudezaken, en dat hij nu werkt bij een advocatenkantoor dat is gespecialiseerd in fiscale en ‘white collar strafzaken’. Voor een dergelijke overstap ‘geldt dat de grootste zorg moet worden besteed aan het voorkomen dat privacygevoelige informatie en andere gevoelige overheidsinformatie in handen van derden komt’.
Deze geheimhoudingsplek geldt altijd en is niet beperkt in tijd. Schending van de geheimhoudingsplicht is strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht, aldus Grapperhaus.
De minister ziet geen aanleiding om het personeelsbeleid ten aanzien van Officieren van Justitie of andere werknemers van het OM aan te passen. Aanpassing zou het ‘voeren van een loopbaanbeleid negatief kunnen beïnvloeden’, en zou verder leden en werknemers van het OM beperken in hun mogelijkheden tot het kiezen van een andere werkkring, stelt Grapperhaus.