GMW Advocaten (Den Haag) is aansprakelijk voor de schade als gevolg van twee samenhangende beroepsfouten van haar advocaat A. in 2008. Dat heeft de rechtbank Den Haag op 6 januari van dit jaar beslist. De cliënt eiste een miljoen euro van het advocatenkantoor, maar dat is wat al te gortig: de schade als gevolg van de beroepsfouten bedraagt volgens de rechtbank bijna een ton.
Door Lucien Wopereis
Twee partijen liggen al sinds 2007 met elkaar in de clinch over ‘STEP II GPS systemen met embedded software’. Volgens fabrikant Texim prima dingen, volgens afnemer TDSL zijn de apparaten ondeugdelijk.
TDSL wordt bijgestaan door mr. A van GMW Advocaten. Eind 2013 of begin 2014 – volgens de rechtbank is onduidelijk wanneer precies -– neemt een andere advocaat de zaak over. Die is van oordeel dat zijn voorganger beroepsfouten heeft gemaakt. Hij eist namens zijn cliënt miljoen euro van GMW.
De rechtbank is van oordeel dat mr A. inderdaad twee beroepsfouten heeft gemaakt. In de eerste plaats heeft hij niet onderkend dat er een groot gevaar voor de belangen van cliënt TDSL besloten lag in het door Texim gehanteerde exoneratiebeding in de algemene voorwaarden. ‘Een civiele advocaat behoort dat gevaar van een exoneratiebeding in conflicten met relatief grote financiële belangen zoals deze echter wel te onderkennen en de mede daardoor te adviseren en de in beginsel te kiezen strategie wel te betrekken in zijn adviezen aan en de te nemen maatregelen voor zijn cliënt,’ aldus de rechtbank.
De tweede, samenhangende beroepsfout is dat mr A. ook ‘niet tijdig heeft onderkend dat het gelet op dat bestaande exoneratiebeding van Texim in het belang van cliënt TDSL was om zo niet primair dan toch subsidiair in reconventie ontbinding van de gehele overeenkomst (…) te vorderen’. De rechtbank: ‘Mr A. had dat ter bescherming van de belangen van TDSL niet alleen zodra mogelijk in rechte moeten doen, maar ook buiten rechte, althans zodra hij er door TDSL van op de hoogte was gesteld of ervan op de hoogte behoorde te zijn dat de door Texim aan TDSL geleverde STEPP II kastjes structureel deugdelijk functioneerden en niet voldeden aan de te stellen redelijke eisen en verwachtingen van TDSL.’
De beroepsfouten van de advocaat rechtvaardigen echter niet de geëiste schadevergoeding van een miljoen euro. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de meeste door TDSL geëiste schadeposten niet toewijsbaar ‘omdat zij alle moeten worden gekwalificeerd als gevolgschade waartegen het exoneratiebeding van Texim nu juist bescherming bood en biedt.’ Ook ontbreekt het causaal verband. ‘Met andere woorden: ook als mr A. die twee samenhangende beroepsfouten niet had gemaakt, had TDSL destijds in de procedure in Almelo hoogstwaarschijnlijk en voor zover nu te beoordelen op basis van dit procesdossier die schadeposten wegens het toepasselijke exoneratiebeding niet vergoed gekregen van Texim.’
Wel toewijsbaar zijn de door TDSL al betaalde koopsommen voor de ondeugdelijke kastjes. Dat is een bedrag van 79.050 euro. Daar komt nog eens ruim 15.000 euro bij wegens een eerdere proceskostenveroordeling van TDSL.