‘De vergoeding van de advocaatkosten is niet aan een limiet gebonden, mits de kosten als normale en gebruikelijke kosten zijn te beschouwen.’ Om deze polisvoorwaarden van rechtsbijstandsverzekeraar Arag draaide een recente rechtszaak, aangespannen door een verzekerde bij wie Arag toch een limiet van 100.000 euro had gesteld. De tot nog toe door de vrouw gemaakte kosten voor rechtsbijstand – ruim 80.000 euro met nul resultaat – vond Arag niet ‘normaal en gebruikelijk’.
De eiseres in deze procedure bij de Rechtbank Midden-Nederland heeft sinds 1991 een rechtsbijstandsverzekering bij Arag. In 2008 ondergaat ze een ingreep in het ziekenhuis: er wordt een bekkenbodemmatje bij haar geplaatst. In verband met klachten na deze behandeling doet ze een beroep op haar rechtsbijstandverzekering, waarop Arag eerst een externe advocaat inschakelt.
Vanaf dat moment tot juli 2016 werken er liefst twee externe advocaten en een jurist en een advocaat in loondienst van Arag aan haar zaak. Die doen er met zijn vieren alleen al jaren over om een voorlopig deskundigenbericht te laten opstellen, wat eind juli 2016 nog steeds niet blijkt te zijn gebeurd. Het ziekenhuis stelde op gegeven moment voor om een gezamenlijke expertise te laten uitbrengen, wat echter ook niet gebeurde.
De vrouw schakelt eind 2016 zelf een nieuwe advocaat in, die voorstelt om zowel de arts, het ziekenhuis als de producent van het bekkenbodemmatje te betrekken in een bodemprocedure. Arag heeft de verzekerde vrouw kort daarvoor al gemeld dat de zaak reeds te veel tijd heeft gekost en te duur wordt, nu na al die jaren nog niet duidelijk is wie er aansprakelijk gesteld gaat worden en hoe hoog de schade zal zijn. Intussen is er wel ruim 82.000 euro uitgegeven aan rechtsbijstand, waar Arag bereid zegt te zijn maximaal 100.000 euro uit te geven voor de behandeling van de zaak.
Hierop kiest de vrouw voor de gang naar de rechter: op basis van de polisvoorwaarden van haar rechtsbijstandsverzekering heeft zij immers recht op een ongelimiteerde vergoeding van de advocaatkosten, meent ze. De verzekeraar omschrijft het maximum als de ‘limiet die wordt bereikt van wat als normale en gebruikelijke kosten wordt bedoeld in de polisvoorwaarden’, ook als alle omstandigheden in het dossier worden meegewogen.
De verzekeraar geeft haar bovendien een veeg uit de pan: ze kreeg volgens Arag ruzie met elke advocaat, jurist of medisch expert in haar zaak, ‘hetgeen niet normaal en gebruikelijk is en doorwerkt in de kosten’. Volgens Arag kwam de gezamenlijke expertise met het ziekenhuis niet van de grond omdat de vrouw het niet eens was met de vraagstelling en de betrokkenheid van de bepaalde medische deskundige. Over de medische rapporten die de tweede advocaat uiteindelijk in de periode 2013-2016 liet opstellen, was de vrouw eveneens niet te spreken.
De Rechtbank Midden-Nederland vindt het standpunt van de verzekeraar, dat de kosten van de rechtsbijstand in verhouding tot het verwachte resultaat de spuigaten uitlopen, op zich begrijpelijk. Dat geeft Arag op grond van de polisvoorwaarden echter niet het recht een limiet te stellen aan de te vergoeden rechtsbijstand. Want ‘de werkzaamheden van de ingeschakelde advocaten en rechtshulpverleners in dienst van Arag waren gericht op het verkrijgen van een expertise door een deskundige, in- of buiten rechte en het laten opstellen van twee medische adviezen. Dit zijn werkzaamheden waarvan het normaal en gebruikelijk is dat deze worden verricht in een (medische) aansprakelijkheidszaak als hier aan de orde,’ aldus de rechtbank.
Ook al is de eiseres een zeer kritische cliënt, zoals ook de rechtbank constateert, dan is dat onvoldoende om gevolgen te verbinden aan de verdere vergoeding van de rechtshulp. ‘Het staat [eiseres] in beginsel vrij zich kritisch op te stellen met betrekking tot de te stellen vragen en de aan te zoeken deskundige.’ Bovendien lichtte Arag haar pas in juli 2016 in over de gemaakte kosten tot dat moment, en dat het budget van 100.000 euro bijna was opgebruikt. Verder verwijst de rechter de stelling van Arag dat een optreden van de vrouw in het televisieprogramma Radar tot extra advocaatkosten heeft geleid, naar de prullenmand.
Arag is volgens de rechtbank verplicht alle verdere advocaatkosten in de specifieke zaak te vergoeden, ‘ongeacht de vraag of het gaat om normale en gebruikelijke kosten als bedoeld in artikel 2.6’.
Voor meer achtergronden van deze zaak, bekijk deel 1 en deel 2 van Radar over de bekkenbodemmatjes