Mocht er onder advocaten nog enige onduidelijkheid over bestaan: een kantoorbezoek door de deken kan niet worden aangemerkt als een besluit in het kader van de Algemene wet bestuursrecht. Dat heeft de Raad van State op 16 november vastgesteld nadat een onlangs geschrapte advocate naar de hoogste bestuursrechter was gestapt om koste wat het kost een kantoorbezoek te voorkomen.
De ex-advocate ging tot het gaatje om de Noord-Hollandse deken maar niet op haar kantoor in Hoofddorp te hoeven ontvangen, zo blijkt nog eens uit deze nabrander van de Raad van State. Ze begon de hele rit met een schriftelijk bezwaar tegen het in augustus 2015 aangekondigde kantoorbezoek. Half oktober verklaarde de deken dit bezwaar niet-ontvankelijk.
Vervolgens was het in februari 2016 de beurt aan de rechtbank om haar bezwaar tegen de niet-ontvankelijkheid ongegrond te verklaren, een beslissing waartegen de advocate beroep aantekende bij de Raad van State. Die behandelde dit beroep op 13 oktober jongstleden, vier dagen voordat het Hof van Discipline op 17 oktober de advocate onverbiddelijk van het tableau schrapte wegens meerdere oneerbiedige uitlatingen, misbruik van het wrakingsmiddel en… tegenwerking van de deken.
De truc waarmee de advocate bij de Raad van State tevergeefs probeerde het kantoorbezoek tegen te houden: de brief van de deken uit augustus 2015 bevatte geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad van State vindt echter dat de rechtbank juist heeft geoordeeld: ‘De Afdeling is met de rechtbank van oordeel dat het afleggen van een kantoorbezoek waarbij om inzage in dossiers en de administratie wordt verzocht, feitelijke handelingen zijn die voortvloeien uit de toezichthoudende taak van de Deken. […] Hieraan zijn geen rechtsgevolgen verbonden’.
Zodoende kan de aankondiging van het kantoorbezoek überhaupt ‘niet worden aangemerkt als een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb,’ aldus de Raad van State. ‘De rechtbank heeft derhalve met juistheid overwogen dat de Deken terecht het door [appellante] tegen het kantoorbezoek gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard’.