Een advocaat uit het ressort Amsterdam is in geen velden of wegen meer te bekennen. Een van zijn cliënten klaagde dan ook dat zijn dossiers niet werden behandeld en er volgde een dekenbezwaar. Reden voor de Raad van Discipline om hem te schrappen. ‘Door met onbekende bestemming te vertrekken geeft de advocaat geen blijk oog te hebben voor de belangen van zijn cliënten.’
De cliënt klaagde dat de advocaat niets van zich liet horen, terwijl twee zaken al zo’n twee jaar bij hem waren ondergebracht. Helemaal in het begin had de advocaat laten weten dat hij toevoeging had aangevraagd, en dat was ook zo, maar daarna werd nooit meer iets van hem vernomen. Toen de client hem een keer toevallig tegenkwam op straat, zei hij dat hij de zaken in behandeling had.
Op het verzoek van de deken om een reactie op de klacht kwam eveneens geen enkel antwoord. Zelfs toen er een rapporteur werd benoemd om de belangen van cliënten te behartigen en maatregelen te nemen ter zaakwaarneming en afwikkeling van de praktijk, werd medewerking volledig geweigerd. Er vond één gesprek plaats, maar de advocaat verschafte geen toegang tot de cliëntendossiers. Waar die zich bevinden is nog altijd een raadsel. ‘Door met onbekende bestemming te vertrekken geeft de advocaat geen blijk oog te hebben voor de belangen van zijn cliënten,’ schrijft de deken in zijn dekenbezwaar.
Woonplaats: Buitenland
Uit onderzoek door de deken bleek dat de advocaat zich had laten uitschrijven uit Nederland en nu op een onbekend adres in Thailand verblijft. Het kantoor was bovendien uitgeschreven bij het Handelsregister en ook het e-mailadres van het kantoor was niet meer in gebruik. Hij had ‘de verplaatsing’ in zijn geheel niet doorgegeven aan de secretaris van de Algemene Raad van de Orde, vertrok zonder enige kennisgeving en had definitief geen kantoorvestiging meer in Nederland.
Hij verscheen niet bij de raad voor de mondelinge behandeling van de klacht, waartoe hij per openbaar exploot was opgeroepen. Van de maatregel tot schrapping die daar werd uitgesproken kon hij evenmin op de hoogte worden gebracht. Er was geen woon- of verblijfplaats bekend waar de schrappingsbeslissing heen gezonden had kunnen worden.
Toch meldde de advocaat zich zo’n vier maanden later alsnog bij de deken, die hem daarop een afschrift kon sturen. Vervolgens nam de advocaat zelfs de moeite om hoger beroep in te stellen. In zijn appelmemorie aan het hof schreef hij op de plaats waar gewoonlijk de woonplaats wordt genoemd echter: Buitenland.
Met de noorderzon
Het inmiddels bekende e-mailadres werd gebruikt om de verder onvindbare advocaat op de hoogte te stellen van de datum van de behandeling van het hoger beroep. Een maand later besluit de advocaat nota bene de voorzitter en de leden van de kamer te wraken. In de afwijzing werd hem nogmaals de datum van het hoger beroep kenbaar gemaakt, waar hij – hoe kon het ook anders – wederom niet verscheen.
Het Hof oordeelt dat hij veel te laat was met het indienen van het hoger beroep en verklaart hem daarin niet-ontvankelijk. ‘Omdat verweerder, in strijd met zijn verplichtingen, zich onbereikbaar heeft gemaakt voor de deken en de raad, dient geoordeeld te worden dat verweerder het aan zichzelf te wijten heeft dat hij eventueel niet tijdig van de klacht, het dekenbewwaar en de beslissing van de raad op de hoogte was.’
Het oordeel van de raad blijft daarom overeind, die concludeerde: ‘Verweerder is ‘met de noorderzon vertrokken’, zonder zijn zaken, waaronder die van klager – behoorlijk af te wikkelen en zonder in administratieve zin het neerleggen van zijn praktijk behoorlijk te regelen. […] Gezien de ernst van de gedragingen, het feit dat verweerder zijn praktijk feitelijk heeft beëindigd zonder zijn zaken behoorlijk af te wikkelen, zonder de deken van de beëindiging in kennis te stellen en zonder zich eigener beweging van het tableau te laten schrappen, is het niet verantwoord dat verweerder nog langer als advocaat staat ingeschreven.’