Een advocaat die valsheid in geschrifte pleegt om zodoende een financieel belang van zijn cliënt in een faillissement binnen te harken, doet – als de valsheid in geschrifte inderdaad wordt bewezen – ‘ernstig afbreuk aan het ambt van advocaat’. De advocaat kan om die reden geen beroep doen op het verschoningrecht, stelt de Rechtbank Noord-Holland in een vorige week dinsdag gepubliceerde beschikking: de waarheidsvinding prevaleert.
Door Lucien Wopereis
Op 18 mei 2015 werden op het kantoor en het privéadres van de advocaat goederen – documenten, bestanden en gegevensdragers – in beslag genomen. De advocaat wil die goederen terug. Volgens hem is er geen sprake van ‘zeer uitzonderlijke omstandigheden’ die een inbreuk op het verschoningsrecht rechtvaardigen. Ook is volgens de advocaat geen sprake van ‘het bij hoge uitzondering mogen prevaleren van de waarheidsvinding boven het verschoningsrecht’.
De advocaat wordt verdacht van het medeplegen van valsheid in geschrifte door het opstellen van een valse verklaring en/of een valse (fax)brief en/of het vervalsen van een (fax)verzendbewijs. Hij heeft het briefpapier van het kantoor gebruikt, onder vermelding van zijn naam, meestertitel en functie. De advocaat poogt op deze manier ten behoeve van zijn cliënt een vordering van 650.000 gulden ter verificatie bij de curator van een failliet bedrijf van cliënt in te dienen.
De rechtbank Noord-Holland gaat niet mee met de redenering van de advocaat dat er geen sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. ‘De maatschappelijke functie van advocaat brengt met zich mee dat in het maatschappelijk verkeer vertrouwd moet kunnen worden op de door hem opgestelde, ondertekende stukken. Zou bewezen worden verklaard dat klager zich in het kader van de uitoefening van zijn ambt schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte in het financieel belang van zijn cliënt, dan zou dat ernstig afbreuk doen aan het ambt van advocaat en de maatschappelijke functie van de advocaat in het algemeen,’ aldus de rechtbank.
Het helpt niet dat de advocaat zich beroept op zijn zwijgrecht, en dat de cliënt zich niets kan herinneren. ‘Nu er geen andere, minder ingrijpende mogelijkheden zijn om achter de waarheid te komen, is daarmee voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.’
Een aantal andere in beslaggenomen dossiers – waarvan de rechtbank vaststelt dat ze ‘niet relevant’ zijn in verband met de verdenking tegen de advocaat – moeten overigens wel degelijk terug. Het betreft onder meer documenten inzake het gefailleerde bedrijf, gekopieerde bestanden van een harde schijf en een aantal dossiers.
Er lopen meer zaken in verband met het verschoningsrecht van advocaten. Bij de Noord-Hollandse advocate Annette Mak werden in 2014 dossiers in beslag genomen. Zij zou hebben meegewerkt aan een criminele organisatie. Het openbaar ministerie meldde haar arrestatie destijds in een persbericht. Onderhavige zaak heeft de media tot dusver niet gehaald.