De rechtbank Dordrecht heeft in vijf verschillende zaken geoordeeld dat notarissen jegens eisers – kopers van onroerend goed – niet onrechtmatig hebben gehandeld omdat ze meegewerkt zouden hebben aan ABC-transacties. De belangrijkste reden is dat de kopers niet alleen verregaand naïef zijn geweest, maar ook dat zij de door hen gestelde malversaties hebben mogelijk gemaakt of zelfs daaraan hebben meegewerkt. Kopers hebben zich door hun eigen gedrag onttrokken aan de bescherming die het recht daartegen biedt, aldus de rechtbank in de op 7 mei gepubliceerde uitspraken.
In elke zaak stelde de koper dat hij ertoe gebracht was tegen een veel te hoge prijs meerdere huizen te kopen, terwijl hij de inkomsten niet had om de maandlasten te betalen. De kopers gaven de schuld aan de verkopers, de bemiddelaars, de taxateurs en de notarissen.
De rechtbank stelt ten aanzien van de notarissen dat het (onder andere) gaat om de vraag of deze de kopers niet nadrukkelijker hadden moeten waarschuwen voor de prijsstijgingen. Ten aanzien van een van de woningen stelt de rechtbank vast dat het inderdaad gaat om “meerdere opeenvolgende leveringen volgens het ABC-principe, waarbij de koopprijs van het appartement binnen een kort tijdsbestek steeg en waarbij uitsluitend voor deze veel hogere koopprijs een hypotheciare lening werd verstrekt”. Volgens de rechtbank had de notaris in dit geval achterdochtiger moeten zijn. Ten aanzien van een andere woning stelt de rechtbank dat daar geen sprake is van opeenvolgende leveringen volgens het ABC-principe.
Ook al is sprake van een verdacht ABC-tje, er is niet voldaan aan het relativiteitsvereiste, stelt de rechtbank. Volgens de rechtbank heeft de koper “onvoldoende betwist dat hij in strijd met de waarheid bij de notarissen het beeld heeft laten ontstaan dan wel bestaan dat de appartementen bestemd waren voor eigen bewoning. (…) Daarnaast heeft de [eiser1] aangevoerd dat gebruik is gemaakt van valse of vervalste documenten, kennelijk met de bedoeling de financieringen te kunnen verkrijgen bij de hypotheekverstrekkers. [Eiser 1] heeft voorts gesteld zijn handtekening te hebben gezet op allerlei door hem niet gelezen documenten, zodat er vanuit kan worden gegaan dat hij aan de vervalsingen zijn medewerking heeft verleend, athans deze eenvoudig mogelijk heeft gemaakt”.
Door deze handelwijze heeft de koper zichzelf ontrokken aan de bescherming van de rechtsnorm dat notarissen zich redelijk bekwaam en redelijk handelend hebben te gedragen. Er is dus geen sprake van een ’toerekenbare tekortkoming van de notarissen jegens [eiser 1]”, aldus de rechtbank. (14 mei 2009)