Een frauderende notaris is twee weken geleden door het gerechtshof Leeuwarden in hoger beroep veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. De notaris pleegde belastingfraude, valsheid in geschrifte bij verschillende grondtransacties.
De frauduleuze transacties stammen nog uit het guldentijdperk, eind jaren ’90 en het begin van deze eeuw. De tenlastelegging bestond er uit dat de notaris, die een op de agrarische sector gerichte praktijk voerde, valselijk aktes opmaakte bij kavelruilconstructies. Deze constructies en aktes voldeden niet aan de eisen die de Landinrichtingswet stelt. Daarnaast zou hij met de fraude de belastingdienst ook hebben benadeeld. In totaal werden hem tien malafide zaakjes aangewreven door het OM.
Bij deze landruilconstructies kunnen betrokken partijen voordeel halen. Notaris- en kadasterkosten kunnen gedeclareerd worden bij het ministerie van LNV. De Landinrichtingswet voorziet verder een mogelijkheid tot vrijstelling van de overdrachtsbelasting als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Dat was het motief, aldus het OM: de voordeeltjes die bij de zogeheten “heen en weer leveringen” moesten worden behaald. Via de notariskosten, de zogeheten Troostprijs, en op de Hoofdprijs, de overdrachtsbelasting.
De klerk keerde zich tijdens het onderzoek tegen de notaris en bekende de frauduleuze constructies besproken te hebben met zijn baas. De notaris ontkende alles, en probeerde de klerk de schuld in de schoenen te schuiven. Het Hof geloofde hem niet en achtte hem op acht van de tien punten schuldig.
De advocaat-generaal (AG) vond dat de notaris voorwaardelijk de bak in moest voor vier maanden met een fikse geldboete er bovenop, maar het Hof oordeelde anders: “een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis,” achtte het hof een “passende en noodzakelijke bestraffing.”