Een advocaat die er door een combinatie van een ongelimiteerde urenvergoeding én een resultaatgerelateerde beloning in slaagde om 125% van de door de verzekering aan de cliënt uitbetaalde schadevergoeding te declareren, moet het resultaatgerelateerde deel – ruim 9.500 euro – aan de client terugbetalen. Dat heeft het Hof van Discipline als bijzondere voorwaarde verbonden aan een voorwaardelijke schorsing van dertien weken.
Een betrokkene bij een verkeersongeval kreeg van haar verzekeraar een schadevergoeding uitgekeerd van ruim 26.000 euro. Haar advocaat declareerde echter 33.000 euro, waaronder een aanzienlijk deel als een resultaatgerelateerde beloning. Die laatste vergoeding is in letselschadezaken sinds 2014 onder strikte voorwaarden toegestaan, terwijl de advocaat in deze zaak de honoreringsafspraak al maakte in 2012.
De advocaat kreeg van de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden een voorwaardelijke schorsing van dertien weken opgelegd. Volgens de raad gaf de advocaat op de zitting geen blijk van inzicht in ‘het verwijtbare van zijn handelen en heeft hij volhard in zijn stelling dat hij steeds correct heeft gehandeld en dat hij alle kosten op klaagster kan verhalen’. Het was de raad duidelijk geworden dat verweerder ‘op onjuiste wijze praktijk heeft gevoerd’.
Het Hof van Discipline sluit zich aan bij de woorden van de Raad, maar stelt als bijzondere voorwaarde dat het resultaatgerelateerde deel moet worden terugbetaald aan de cliënt. Dat is in dit geval mogelijk omdat de verweerder ‘ter zitting van het hof heeft verklaard af te zien van het resultaatgerelateerd honorarium’. Het Hof: ‘Deze mededeling heeft alleen dan effect wanneer verweerder dat bedrag ook aan klaagster zal terugbetalen. Het hof zal dan ook als bijzondere voorwaarde aan de voorwaardelijke schorsing verbinden dat verweerder binnen vier weken na de onderhavige beslissing een bedrag van € 9.528,75 zal overmaken op een door klaagster op te geven bankrekening.’
Klil hier voor de beslissing van het Hof