Voormalig advocaat Ron van Asperen uit Groningen is dinsdag door de rechtbank in Zwolle veroordeeld tot een werkstraf van 60 uur voor het meerdere malen plegen van valsheid in geschrifte. Gedurende enkele jaren diende hij honderden aanvraagformulieren voor toevoegingen in op naam van kantoorgenoten. De officier van justitie had 120 uur werkstraf geëist, waarvan 60 uur voorwaardelijk.
De rechter acht het noodzakelijk Van Asperen ook strafrechtelijk te veroordelen, ook al was hij reeds bestuursrechtelijk door de Raad voor Rechtsbijstand aangepakt en werd hij in 2012 door de tuchtrechter geschrapt van het tableau. Dit ‘omdat de belangen die de door verdachte overtreden voorschriften beogen te beschermen, zodanig van elkaar verschillen dat daardoor sprake is van verschillende verwijten voor elk waarvan verdachte afzonderlijk ter verantwoording kon worden geroepen.’
De rechtbank heeft Van Asperen op drie van de zeven uitgewerkte feiten in het dossier vrijgesproken. Van een toevoegingsaanvraag was niet overtuigend bewezen dat de voormalig advocaat deze vervalst was. Twee andere voorbeelden betroffen geen aanvragen, maar declaratieformulieren voor de Raad voor Rechtsbijstand. In vier nader uitgewerkte gevallen acht de rechtbank valsheid in geschrifte bewezen: de advocaat diende aanvragen onder andere namen in ‘terwijl op het moment van deze aanvragen reeds duidelijk was dat verdachte deze zaken zou gaan doen en niet de betreffende aanvragers.’
In de bepaling van de strafmaat hield de rechtbank er rekening mee dat Van Asperen geen strafblad had en dat er geen sprake is geweest van ‘money for nothing’: er werd voor de verkregen bedragen weldegelijk rechtsbijstand verleend. Desalniettemin oordeelt de rechter: “Verdachte heeft zijn eigen belangen laten prevaleren boven het belang van de samenleving dat op de juistheid van tot bewijs bestemde geschriften mag worden vertrouwd. Daarnaast heeft hij de belangen van de Raad voor Rechtsbijstand alsmede de belangen van zijn eigen beroepsgroep ondergeschikt gemaakt aan zijn eigen belang.”
Tijdens verhoren door de politie in 2012 heeft Van Asperen bekend in de periode van 2007 tot 2009 enkele honderden aanvragen voor toevoegingen te hebben vervalst door ze bij de Raad voor de Rechtsbijstand in te dienen op naam van verschillende kantoorgenoten van het advocatenkantoor Tiebout. Hiermee poogde hij de limiet van maximaal 250 aanvragen per advocaat per jaar te ontduiken. Een medeverdachte ontliep strafvervolging door een terugbetaalregeling met justitie te treffen.