Oud-advocaat Michiel Koot heeft woensdag in hoger beroep alsnog een onvoorwaardelijke celstraf van zes maanden gekregen voor het zich toe-eigenen van derdengelden, valsheid in geschrifte en meineed. De Rechtbank Den Haag gaf hem hiervoor in november 2016 nog een maximale taakstraf van 240 uur en vier maanden voorwaardelijk.
Ondanks de flink zwaardere strafmaat spreekt het Haagse Gerechtshof de voormalig advocaat uit Voorburg wel vrij van de verduistering van 36.000 euro van een van zijn cliënten. ‘Uit de diverse feiten en omstandigheden kan het hof niet met voldoende zekerheid vaststellen wat de feitelijke gang van zaken is geweest.’ De rechtbank achtte dit eind 2016 overtuigend bewezen, en ook het Hof van Discipline legde hem hiervoor jaren geleden een schorsing van een half jaar op.
Wel heeft Koot zich volgens het hof schuldig gemaakt aan de verduistering van ruim 11.500 euro van een cliënt in 2012, valsheid in geschrifte door opzettelijk een verkeerde datum en adres op een vaststellingsovereenkomst te zetten (2004-2007), en meineed. Tijdens een zitting in Den Bosch in april 2010 had de advocaat onder ede verklaard dat hij bij iemand thuis op bezoek was geweest, terwijl die persoon op dat moment in het ziekenhuis lag.
‘Door aldus te handelen heeft de verdachte in de hoedanigheid van juridisch adviseur op grove wijze misbruik gemaakt van het door zijn cliënt in hem gestelde vertrouwen,’ stelt het Gerechtshof. ‘De verdachte heeft kennelijk slechts oog gehad voor zijn eigen financieel gewin.’
De advocaat-generaal had een onvoorwaardelijke celstraf van acht maanden geëist. Het hof stelt dat zeven maanden gerechtvaardigd zou zijn – waar de rechtbank juist rekening hield met het lange tijdsverloop tussen de gepleegde feiten en het moment van uitspraak –, maar trekt er een maand vanaf wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Daarbij moet Koot aan een van zijn gedupeerde ex-cliënten een schadevergoeding van ruim 12.000 euro betalen. Het hof kan deze schadevergoeding toewijzen, nu de voormalig oud-advocaat niet langer in staat van faillissement verkeert, aldus de uitspraak.