De Raad van State stelt in een uitspraak van vorige week woensdag dat een ex-advocaat niet erg geloofwaardig is door eerder erkende misstappen in hoger beroep alsnog te ontkennen en goed te praten.
De Raad veegde het hoger beroep van de 57-jarige ex-advocaat tegen een geweigerde stageverklaring van tafel. Hij wil de stageverklaring om te voorkomen dat hij in Suriname opnieuw een stage moet lopen als hij daar advocaat wil worden.
In Nederland kan hij dat voorlopig wel vergeten. De advocaat werd eerder van het tableau geschrapt, omdat de tuchtrechter hem alles behalve integer vindt. In een kort tijdsbestek moest de deken van de orde dertien klachten tegen hem onderzoeken. Ondanks vermaningen om zijn praktijkvoering te verbeteren, ging hij door met misdragingen. Dat hij in hoger beroep de incidenten ontkende of fraaier voorstelde, kan het hoogste bestuursrechtscollege niet vermurwen.
De Raad van State: “Diens stelling dat hij ter zitting bij de rechtbank niet heeft erkend dat hij in 2008 aan twee cliënten die voor een toevoeging in aanmerking kwamen tevens een factuur heeft gezonden en evenmin heeft erkend dat hij tijdens een zitting confraternele stukken heeft ingebracht, zich tijdens een zitting in 2008 emotioneel heeft laten gaan richting de wederpartij en hoewel geschorst, als advocaat is opgetreden, strookt niet met het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting.”
Overigens is de voormalig advocaat in 2008, voorafgaande aan zijn advocaatschap, wegens oplichting, valsheid in geschrifte en het aannemen van steekpenningen in 2003 en 2004 veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk.
(persbureau Cerberus)