Geheel in het zwart, met bijpassende baret en glimmende zwarte kisten, neemt advocaat Mohammed Enait maandagmiddag plaats in het beklaagdenbankje van de Raad van Discipline. De voltallige raad, zes man sterk, zit al klaar. Opstaan hoeft Enait dus niet meer. Die scene is in elk geval netjes voorkomen.
Door Juriaan Mensch
Enait is door de deken voor de tuchtraad gesleept vanwege uitlatingen in de media, zijn weigering om op te staan voor de rechter en zijn hoofddeksel dat hij tijdens zittingen op houdt.
Voor Enait, op de dag af vier maanden advocaat, is het zijn eerste tuchtklacht, en dus wil hij weten hoe de zitting in zijn werk gaat. Of hij de kans krijgt zich te verweren. De voorzitter, S. Holtrop legt hem uit dat hij daarvoor vijftien minuten krijgt, hooguit zestien. Hij vraagt hem hoeveel Enait heeft meegenomen. Deze blijkt twintig kantjes weerwoord volgeschreven te hebben. “Twintig? U bent niet voor niets advocaat geworden.” De voorzitter stelt voor dat Enait het kernachtig houdt en zich beperkt tot hoofdzaken. Enait stemt in.
De voorzitter waarschuwt Enait “dat het kan zijn dat de raad hem op de vingers moet tikken”. Enait is vol vertrouwen dat dat niet gebeurt, omdat er volgens hem internationale verdragen zijn die hem beschermen. De voorzitter houdt hem voor dat geloof bij de deur van de rechtszaal ophoudt. “Ongecamoufleerd verlichtingsfundamentalisme,” noemt Enait dat idee.
“Stel, u krijgt gelijk,” vervolgt de voorzitter. “Dan komt er straks iemand die weer iets anders wil. Rechters zullen denken: wat voor advocaat krijgen we nu weer?” De voorzitter haalt er enkele denkbeeldige voorbeelden bij die Enait als “ridiculisering van theologische leerstellingen” verwerpt.
Boerenvonnis
Een ander onderdeel van de klacht zijn de uitlatingen van Enait in de media, waarbij hij zich kritisch uitliet over de rechterlijke macht. “Omdat de rechter die dit vonnis heeft uitgedraaid waarschijnlijk uit een of ander boerengat is gekropen,” viel uit zijn mond op te tekenen. En hij noemde het vonnis een “boerenvonnis, typisch voor een witte rechter”.
Volgens Enait zelf heeft hij die uitspraken niet als advocaat gedaan, maar als privé persoon, als academicus. Daarom vindt hij de klacht van de deken, die hij een “stamgast van de rechtse politiek” noemt, “een manier om hem “tuchtrechtelijk te executeren”. Hij benadrukt de tegenstellingen tussen zwart en wit in de rechtspraak en verwijt rechters gebrek aan voeling met de multiculturele samenleving. En er is sprake van “ingevreten islamofobie”.
Persoonlijke interpretatie
Na het verhoor dat ongeveer een half uur duurt wordt nog even aan professor Maurits Berger gevraagd naar de gebruiken in de rechtszalen in moslimlanden. Berger heeft als jurist veel in moslimlanden gewerkt, en heeft ook kennis van de Islam, Staan ze daar op, of blijft men zitten? Volgens Berger is naleving van leerstellingen over het onderwerp van zitten of staan in relatie tot respect, voor een groot deel afhankelijk van de persoonlijke interpretatie van de moslim zelf. Ook Enait zei eerder dat geschriften hierover discrepanties vertonen.
Willem Claassen, De Rotterdamse deken, houdt zijn pleidooi staande. Deze noemt de keuze van Enait om te blijven zitten een volstrekt individuele keuze die niets met geloof heeft te maken. Een geloof dat de deken zegt te respecteren. Maar, zegt de deken, “je hebt je aan gedragsregels te houden, net als in het verkeer. Anders ontstaat er wanorde.” Enait’s uitlatingen over de rechterlijke macht noemt hij onnodig grievend. De deken is binnen tien minuten klaar met zijn pleidooi.
Enait niet. Deze gaat er eens goed voor zitten als hij zijn pleitnotitie voorleest. Hij noemt de tuchtklacht “een goed georganiseerde postmoderne vossenjacht.” Sommige leden van het tuchtcollege doen zichtbaar moeite een glimlach te onderdrukken. Enait haalt er politieke motieven bij als het om de ophef van politici over zijn persoon en gedrag gaat: “Vissen in de stemvijver van gerancuneerde witte kiezers.” Deze zitting is volgens hem ook een politiek proces. De balie gebruikt het tuchtrecht om hem monddood te maken en te censureren.
Schorsing
Dan escaleert de zaak. Bij pagina zes, tien minuten ver in zijn pleidooi van twintig kantjes, grijpt voorzitter Holtrop met verheven stem in. “U hebt nog vijf minuten”. Enait verzet zich: “Als u zo doorgaat vind ik u bevooroordeeld.” “Bevooroordeeld?” reageert Holtrop opgewonden. Hij sommeert Enait een aantal malen om maar snel door te gaan en af te ronden. “Ik verzet me tegen de gang van zaken,” roept Enait daarop.
Dat is de druppel voor Holtrop, die besluit de zitting voor twee minuten te schorsen. Enait gaat de gang op voor overleg met zijn raadsman. Het tuchtcollege verdwijnt ook voor overleg.
“Ik heb meer tijd nodig,” antwoordt Enait na de schorsing, als de voorzitter hem vraagt of hij eruit is gekomen. Holtrop geeft hem nog een laatste kans om zijn standpunt toe te lichten, maar Enait voelt zich geschaad in zijn recht op verdediging. Het W-woord valt. “Ik wil u wraken!” zegt Enait, die opeens gaat staan. “U bent bevooroordeeld en niet onafhankelijk.”
“Oh nee?” zegt Holtrop op geïrriteerde toon. “U reageert emotioneel,” werpt Enait hem nog naar het hoofd. “Ik wil een wrakingsverzoek.” De advocaat pakt zijn papieren bij elkaar en loopt weg, terwijl voorzitter Holtrop nog bezig is de tijd voor de volgende zitting te bepalen. Dat wordt woensdag acht december. “Ik neem aan dat u er dan ook bent het. Het is een principiële zaak!” roept Holtrop naar Enait die de deur al uitloopt. Buiten wachten de microfoons en camera’s.