Een meerderheid van de Eerste Kamer heeft zich dinsdag uitgesproken voor beperking van de toelating tot het notarisambt in Nederland tot EU-burgers. Het wetsvoorstel dat ze behandelen ziet echter op het volledig schrappen van de nationaliteitseis, inclusief voor burgers uit andere delen van de wereld. Dat gaat vrijwel alle partijen te ver. Toch zullen ze volgende week waarschijnlijk voor de wetswijziging stemmen.
Staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie wil daarmee voorkomen dat Nederland een boete krijgt opgelegd van de Europese Unie. Sinds de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 1 december 2011 is ons land verplicht EU-burgers die aan de kwaliteitsvereisten voldoen toe te laten tot het notarisambt. De minister moet dus op korte termijn de Wet op het notarisambt wijzigen.
In de vergadering van afgelopen dinsdag vroegen de politieke partijen zich vooral af waarom het nationaliteitsvereiste in zijn geheel geschrapt moet worden, terwijl in 2008 Teeven zelf als Tweede Kamerlid een amendement op het wetsvoorstel indiende om de toelating tot het ambt te beperken tot EU-burgers. Dat amendement werd destijds verworpen door de Tweede Kamer, maar nu blijkt een meerderheid in de Eerste Kamer het eens te zijn met de strekking van het amendement-Teeven.
De reden dat de regering het nationaliteitsvereiste geheel wilde schrappen, is dat het voldoende zou zijn dat de notaris op de hoogte is van de Nederlandse wet- en regelgeving en de Nederlandse taal beheerst. Door onder meer het doorlopen van een stage als kandidaat-notaris van minimaal zes jaren, wordt dit volgens het wetsvoorstel gewaarborgd. Teeven daarover:
”Het gaat ook om andere elementen van wezenlijk belang, zoals de regeling van de beroepsvereisten, het tuchtrecht, het toezicht, de kwaliteitseisen. De Wet op het notarisambt voorziet hierin en vult deze aan met een taaleis. Het gaat erom dat een notaris die zich in Nederland wil vestigen, een binding heeft met de Nederlandse rechtsorde. Iemand uit een derde land die zich langdurig in Nederland heeft gevestigd, kan op enig moment notaris worden als zijn feitelijke woon- en verblijfplaats hier is. De geldende kwaliteitsregels, tezamen met de nieuwe taaleis, verzekeren dat ook.”
De staatssecretaris heeft echter begrip voor de vragen van de partijen, die hij immers zelf ook stelde aan zijn ambtsvoorganger. Hij stelt dan ook voor dat hij een wetswijziging voor te bereiden waardoor die beperking tot EU-burgers er inderdaad komt. Echter, het wetsvoorstel is op dit moment zoals het is en voordat de wijziging aangenomen zou zijn door de Tweede en Eerste Kamer zou de termijn al voorbij zijn waarbinnen Nederland een boete krijgt van de Europese Unie. Om die boete te omzeilen vraagt Teeven de fracties om voor het gekritiseerde wetsvoorstel te stemmen. Hij beloofde dat het voorstel niet eerder in werking treedt dan nadat het is gewijzigd op de manier die de Eerste Kamer en hijzelf voorstaan.
Lees ook het stenogram van de vergadering van de Eerste Kamer, met de standpunten en argumenten van de politieke partijen met betrekking tot deze kwestie (vanaf einde pagina 3).