Het overkwam haar zelf en ze weet zeker dat het geregeld voorkomt bij Zuidas-kantoren: ambitieuze vrouwen die in het geval van zwangerschap plots met vage redenen de deur wordt gewezen. Onder het pseudoniem Sophie van der Zee schreef zij daarom het autobiografische boek Een hen tussen de haantjes: niet zo zeer een harde afrekening met de mannencultuur op de Zuidas, maar vooral een oproep tot verbetering. Een interview.
Door Joris Rietbroek
Van der Zee ging in 2000 aan de slag bij het notariaat van een Zuidas-kantoor, dat verder niet bij naam genoemd wordt in haar eerste boek. “Mijn verhaal gaat uiteraard over de kantoren waar ik heb gewerkt, maar het gebeurt overal,” weet zij zeker. ‘Ik hoor van vriendinnen die bij diverse kantoren zitten voortdurend dezelfde verhalen. Ik schrijf echter ook over veel leuke dingen die op deze kantoren gebeuren. Het is te makkelijk om te roepen dat niets deugt en dat vrouwen geen kansen krijgen. Dat is niet leuk om te lezen, maar bovenal is dat niet waar.”
Twee typen gebeurtenissen vormden voor Van der Zee de directe aanleiding om in de pen te klimmen, vertelt ze. “Ten eerste merkte ik al snel dat mannen op kantoor toenadering zoeken. Vragen om een afspraakje, e-mails met seksueel getinte opmerkingen of een smsje om tijdens een congres het bed te delen. Ik kon me niet voorstellen dat mannen dit soort verzoeken van vrouwen krijgen, maar ik kon het toen wel plaatsen. Zo werkt het, vrouwen moeten hiermee om leren gaan, je kunt er wat om lachen en intussen doe je je werk goed.”
‘Geen sociale werkplaats’
Wel was het zo dat het aantal vrouwen binnen haar sectie in de loop der jaren flink afnam. Ernstiger werd het toen Van der Zee drie jaar geleden in verwachting raakte van haar tweede kind, nieuws dat op haar kantoor niet goed werd ontvangen. “Ja, eerst waren er de felicitaties, maar daarna hoorde ik al snel opmerkingen als ‘nou, die zijn we ook weer maanden kwijt’ of ‘die gaat dan natuurlijk parttime werken’,” vertelt ze. “Tegen een vriendin van me die ook zwanger was, werd zelfs gezegd: ‘Leuk dat je een kind krijgt, maar let wel: ‘het is hier geen sociale werkplaats.’
Vlak voor haar zwangerschapsverlof had ze een gesprek met haar leidinggevende, waar ze te horen kreeg dat er klachten over haar waren, afkomstig zowel collega’s als cliënten. Over de exacte aard van de klachten kwam ze echter niets te weten. “Nog tijdens mijn verlof werd ik ontboden voor nog een gesprek: ik hoefde niet meer terug te komen. Dat accepteerde ik niet: ik kwam wel terug. Ik wilde meer weten over de klachten, het zat me echt dwars.”
Uiteindelijk maakte Van der Zee er geen rechtszaak van. “We handelden het onderling af, ook op aanraden van mijn advocaat. In het geval van een rechtszaak zal zo’n kantoor tot het uiterste gaan om kleine foutjes te vinden en die uit te vergroten, was haar opmerking. Zo’n zware procedure wilde ik uiteindelijk niet, ook al wilde ik heel graag aantonen dat ik onterecht was weggestuurd.”
Moederen
Al snel vond Van der Zee een manier om met de tegenslag om te gaan: ze besloot om haar ervaringen op te tekenen in een boek. “Alles wat bescheven wordt, is waar gebeurd. Veel van die smsjes en e-mails uit de begintijd had ik al bewaard, met het vage plan er ooit iets mee te doen. Wel heb ik bepaalde gebeurtenissen en tijdsaanduidingen veranderd, zodat direct betrokkenen zich er minder makkelijk in zullen herkennen. Ik wil geen specifieke personen aan de schandpaal nagelen.”
Toch zou ze het niet erg vinden als degene die letterlijk tegen haar zei ‘ga jij maar fijn thuis moederen’ het boek zou lezen. “Misschien realiseert hij zich dan dat hij iets heel naars heeft gezegd.”
Van der Zee wilde geen harde afrekening met de Zuidas of mannelijke advocaten maken van Een hen tussen de haantjes – ‘dat zou ook niet leuk zijn om te lezen’. Al is het maar omdat ze nog steeds als kandidaat-notaris bij een groot kantoor werkt. “Ik voel me uiteindelijk buitengewoon prettig binnen een groot kantoor en doe het liefst de grote zaken die daar nu eenmaal belanden. Natuurlijk, ik had de keuze kunnen maken om bij een kleiner kantoor te gaan werken waarbij het probleem minder speelt, maar ik denk dat verandering op de werkvloeren van grotere kantoren belangrijker is om te bewerkstelligen.”
Balans binnen kantoor
Dus wil Van der Zee met haar boek nadrukkelijk een andere boodschap uitdragen: “Mannen moeten zich beter realiseren dat vrouwen op de werkvloer onmisbaar zijn. En daar moeten ze meer naar handelen, en dus niet denken dat vrouwen op een gegeven moment toch kinderen krijgen en dan wel snel vertrokken zullen zijn, of hooguit parttime kunnen werken. Vrouwen zijn heel belangrijk voor de balans binnen een kantoor en hun kennis wil je echt niet kwijt. Mannen mogen zich daarom ook best inspannen om meer vrouwen binnen de partnerschap toe te laten. Dan zullen ze zien dat dit alleen maar goed is voor de business.”
En ja, Van der Zee ziet ook wel dat dit langzaamaan beter gaat. “Maar we zijn er nog lang niet. Bij mijn vorige kantoor was er één vrouwelijke partner, bij mijn huidige kantoor zijn er twee. Ik weet niet precies hoe die mannencultuur nu in stand blijft. Nederlandse advocaten/partners hebben vaak toch eenzelfde achtergrond. Zo’n ‘old boys network’, waarin iedereen elkaar stevig vasthoudt, speelt volgens mij een rol.”
Een hen tussen de haantjes is verschenen bij uitgeverij Het Spectrum.