Het beslag dat advocaten van twee vermogensbeheerders hebben gelegd op door het OM, de Belastingdienst en de FIOD in beslag genomen e-mails, mag grotendeels blijven liggen. Volgens het Gerechtshof Den Bosch ‘kan niet worden gezegd dat de vrees voor het verloren gaan van gegevens geheel ongegrond is. (…) Het Hof concludeert daarom dat niet kan worden geoordeeld dat het beslag onnodig is.’
Met deze uitspraak van 14 mei volgt het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch in grote lijnen de rechtbank Oost-Brabant die eerder oordeelde dat het volledige bewijsbeslag mocht blijven liggen. Het Hof geeft de Staat – dat maar liefst 22 grieven aanvoerde tegen de beslissing van de rechtbank – slechts op een enkel onderdeel gelijk.
De terecht bevonden vrees voor het verlies van gegevens is onder meer ingegeven door ‘technische problemen’ met de eerste werkkopie van in beslag genomen gegevens, waardoor deze niet meer bruikbaar was. Ook is een USB-stick ‘defect geraakt, waardoor de inhoud niet langer toegankelijk is,’ zo is te lezen in de uitspraak.
Achtergrond
In 2013 stelde de FIOD een strafrechtelijk onderzoek in naar twee vermogensbeheerders en hun bestuurders. Zij worden verdacht van fraude. In het kader van het onderzoek neemt het Openbaar Ministerie e-mailverkeer van de verdachten in beslag. Het Openbaar Ministerie neemt ook stukken in beslag bij een accountantskantoor dat was ingeschakeld door de advocaten van de verdachten.
Bij dat laatste gaat het mis, aldus het gerechtshof in een persbericht over de uitspraak. ‘Er zijn aanwijzingen dat bij het strafrechtelijk onderzoek kennis is genomen van vertrouwelijke e-mails tussen de advocaten en de verdachten. Ook zijn er aanwijzingen dat hierbij andere informatie die onder het geheimhoudingsrecht van de advocaten valt, is gebruikt.’
Door het bewijsbeslag willen de advocaten vaststellen in welke mate hun geheimhoudingsrecht is geschonden. Door het beslag kunnen de gegevens niet gewijzigd of verwijderd worden, en blijven ze beschikbaar voor onderzoek.
De Staat wil opheffing van het bewijsbeslag, onder meer omdat het de strafzaak tegen de verdachten zou hinderen. Volgens het hof is daarvan geen sprake. ‘(…) Geintimeerden c.s. hebben gemotiveerd betwist dat de strafzaak op korte termijn bij de strafrechter zal worden aangebracht. Volgens geintimeerden c.s. is afgesproken dat eerst een regiebijeenkomst bij de rechter-commissaris zou plaatsvinden waarin nadere onderzoekwensen zouden worden besproken, en is de zaak nog niet aangemeld bij de strafkamer van de rechtbank. De Staat heeft dit betoog naar het voorlopig oordeel van het hof onvoldoende betwist. Reeds om deze reden vormt een tijdelijk bewijsbeslag voorshands geen belemmering voor de voortgang van de strafzaak.’
Op enkele punten krijgt de Staat gelijk. Zo wordt het beslag op bepaalde IP-adressen, inloggegevens en user accounts opgeheven. ‘Het Hof vindt dat de Staat terecht heeft aangevoerd dat dit deel van het bewijsbeslag te bezwaarlijk en onnodig is. Op een later moment wordt in een afzonderlijke procedure beoordeeld in hoeverre de advocaten inzage krijgen in de gegevens die onder het bewijsbeslag vallen,’ aldus het Hof in het persbericht.