Op 1 december 2012 nam hij afscheid van de twee andere advocaten uit zijn maatschap, om verder te gaan als éénpitter. Met de omzet van een partner van een groot kantoor. Dirk Giltay Veth: “In principe ben ik een éénpitter, maar zo voel ik mij absoluut niet.”
Door Anneke Kortleve
Opvallend bij binnenkomst van Giltay Veths werkkamer is een bordje met de tekst: ‘If you obey all the rules, you will miss all the fun.’ Deze quote van Katharine Hepburn hangt recht tegenover de deur. “Dat bordje is het eerste wat cliënten zien als ze hier binnenkomen. Klinkt misschien apart voor een jurist, maar het is wel waar. Uiteindelijk dachten alle grote denkers out of the box. Ze durfden het geijkte pad te verlaten.” Giltay Veth denkt vaak out of the box. Zo werkt hij sinds hij in 1996 als advocaat begon al als zelfstandig ondernemer. Te veel regels ervaart hij als beklemmend. “Neem curatoren. Je kan alleen curator worden als je in een kantoor samenwerkt met een andere curator. Een vorm van coöptatie die niet van deze tijd is. Ik e-mail daar regelmatig over met de deken.”
Naast zijn eigen kamer bevindt zich de kamer van Karin, juridisch medewerker. en Saskia, office manager. De telefoniste zit niet op kantoor, maar is uitbesteed aan een centrale in Amsterdam. Daarnaast is er nog een vierde kracht, Kelbey, die als manusje-van-alles inzetbaar is voor andere taken; van chauffeur en oppas tot schoonmaker in het weekend. Zijn vrouw is belangrijk. “Haar invloed moet je niet onderschatten. Net zoals Máxima een grote steun is voor Willem-Alexander.”
Op lokaal niveau
Op de deur staat nog het oude logo met naast de G en de V van Giltay Veth ook nog de N, van voormalig collega Nelemans. “We deelden de bonnetjes, maar deden compleet andere zaken. Op een gegeven moment vroeg ik mij af of we elkaar nog wel wat te bieden hadden. Dat gevoel hadden de anderen ook, daarom zijn we uit elkaar gegaan.”
“In 2004 vertrok ik met mijn praktijk van Amsterdam naar Nieuw-Vennep. Ik heb nog steeds cliënten van voor de verhuizing, maar inmiddels bestaat de meerderheid uit lokale ondernemers.” In Nieuw-Vennep, een dorp met 30.000 inwoners in Haarlemmermeer, was er behoefte aan een advocaat voor ondernemers. “Toen ik hier begon was er maar één andere advocaat in Nieuw-Vennep, en die deed strafrecht.” Inmiddels zitten er meer advocaten in het dorp. Giltay Veth voelt niet de hete adem van zijn concurrenten in de nek. Integendeel. “Het is een beetje zoals bij uitgaansgelegenheden. Als er meer cafés zijn, komen er ook meer gasten. We plukken de vruchten van elkaar. Hiervoor kwam het niet eens bij de mensen op om rechtsbijstand te zoeken in hun eigen dorp. Dat is nu wel anders.”
Durven samenwerken
Hij stond de burgers en ondernemers bij tegen de komst van een coffeeshop in het dorp. “Andersom zou dat niet kunnen. Als ik de coffeeshophouder of de gemeente had bijgestaan, had dat misschien wel kwaad bloed gezet bij mijn cliënten uit het dorp. Dan heb je toch een soort belangenverstrengeling.” Giltay Veth deed deze zaak samen met een bestuursrechtjurist uit Amsterdam. Die zaak ging door tot aan de Raad van State. “Die zaak is een goed voorbeeld van waar je als klein kantoor externe knowhow moet inschakelen. Je moet durven samenwerken, als je grotere en complexere zaken wil doen. En dan niet met de stagiaire van het kantoor, maar met de partner. Zodat je meteen de beste kennis in huis haalt.”
Aan netwerkborrels doet Giltay Veth amper. “Het voordeel van een kleinere plaats is dat mensen je ook kennen als advocaat. En dan gaat het contact toch sneller. Ik heb op het schoolplein van mijn kinderen een arbeidszaak gekregen.” Ook zijn grootste cliënt, een Grieks bedrijf uit de medische sector, is via via bij hem terecht gekomen. “Ik ben aangeraden door iemand die mij kende van de zwemdiplomacursus waar mijn zoontje aan meedeed op vakantie in Frankrijk. Zo loopt dat bij mij.”
Ligitation pitbull
Sponsoring doet hij op een onconventionele manier: “Ik sponsor nu een racer uit de Seat Dieselcup. Valt wel op, een advocatenkantoor op haar overall. Ik stond laatst te tanken en toen tikte iemand op mijn schouder, hij kende mij via de Dieselcup. Het zou nog best eens kunnen werken. En zo niet, dan vind ik het ook gewoon leuk om haar te sponsoren.”
Giltay Veth noemt zichzelf liever geen éénpitter. “Bij de term éénpitter is het beeld toch vaak dat een advocaat in de woonkamer een beetje praktijk voert, met de hond naast zich. Een achterhaald beeld, grote bedrijven als ABN AMRO en ING werken steeds vaker samen met kleine kantoren. Bij kleine kantoren zijn de lijnen een stuk korter en is het kostenplaatje inzichtelijker. Je weet wie wat heeft gedaan.” Ook de Griekse cliënt wilde absoluut geen groot kantoor, ondanks het belang ver boven het miljoen dat met de zaak gemoeid is. “Ze zochten een litigation pitbull. Dat ben ik.”
Intuïtie
“Ik maak bijna net zoveel omzet als een partner op een groot kantoor. Ik heb wel meer kosten, omdat ik alles zelf draag.” Hij voldoet dus niet echt aan het door hem geschetste prototype éénpitter. “Er komen steeds meer goede zelfstandige advocaten. De éénpitter is aan verandering onderhevig. De Orde moet daar in meegaan vind ik. Toen ik als ondernemer begon, werd het mij afgeraden om alleen kantoor te houden. Dat is niet meer van deze tijd.” Als zelfstandig advocatenkantoor wil Giltay Veth meegeven dat je moet weten wat je kunt en vooral wat je niet kunt. “Durf samen te werken met mensen die andere knowhow bezitten.” De belangrijkste succesfactor van zijn kantoor is echter niet goed te verklaren, is zijn gevoel. “Mijn intuïtie dus. Ik kan niet uitleggen hoe ik dat doe, maar ik heb wel het idee dat ik steeds beter word in het inschatten of ik een cliënt wel of niet moet bijstaan.”
Het is maar de vraag hoelang hij nog éénpitter blijft. Giltay Veth is voornemens een parttime advocaat in loondienst aan te nemen. ”Als ik al het werk alleen wil blijven doen zie ik mijn kinderen alleen nog maar in het weekend. Dat is niet de bedoeling natuurlijk. En ik vind het natuurlijk ook leuk om door te groeien.”