Op zijn zevende zat Ramon Fielmich al op de eerste rij bij Youp van ’t Hek. Dat hij als entertainer de kost zou verdienen, zat er eigenlijk altijd wel in. Toch werd hij eerst advocaat. “Door aannames worden we voortdurend afgehouden van wie we echt zijn.”
Door Patricia Jacob
Portretfoto: Hes van Huizen
“Tien profsurfers liggen in het water. Eentje stapt eruit en zegt: ‘Ik kap met surfen en ga voor mijn droom: tien uur per dag in een kantoor achter een scherm contracten draften.’ Denk maar niet dat de anderen dan zullen zeggen: ‘Ja, dat willen wij ook wel, maar er moet ook gesurft worden’. Maar als er tien mensen op kantoor zitten en er eentje vertrekt om profsurfer te worden, dan zegt de rest waarschijnlijk: ‘Ja, dat willen wij ook wel, maar er moet ook gewerkt worden’.”
Wat ex-advocaat Ramon Fielmich hiermee bedoelt te zeggen, is dat veel mensen op kantoor hun tijd verdoen met werk dat ver van hen afstaat. Specifieker: “Op de wereld zijn er waarschijnlijk maar vijf advocaten voor wie hun werk een roeping is en die niets anders zouden willen doen.” Om zijn eigen diepste wensen te ontsluiten, bombardeerde hij zichzelf met ‘waarom-vragen’. Dit vraag-en-antwoordspel resulteerde in een opmerkelijke carrièreswitch.
Corporate types
“Haven’t got a clue”, grinnikt Fielmich als antwoord op de vraag waarom hij ooit advocaat is geworden. “Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik een studie koos waarmee ik later goed zou kunnen verdienen. Ik dacht: ik houd van praten, advocatenserie L.A. Law is gaaf. Ik ga rechten doen en word advocaat. De strafrechtadvocatuur leek me leuk, maar ja, wat schuift dat nou? In Nederland zijn er misschien maar tien advocaten die daar goed mee verdienen. Met fusies en overnames verdien je veel meer. Zeker bij de grote kantoren.”
In 2002 startte hij bij Allen & Overy. Hij begon op de arbeidsrechtsectie, na anderhalf jaar zou hij overstappen naar M&A. Maar zover kwam het niet. “Toen ik ontdekte dat mijn M&A-collega’s voornamelijk due dilligences zaten te doen, regelde ik een overstap naar vastgoed. Due dilligence-werk is knippen, plakken, klaar, niemand kijkt ernaar. Op de vastgoedsectie kon ik huurrecht doen. Procederen, onderhandelen, met mensen bezig zijn. Zulk werk past beter bij mij.”
Hoewel hij veel leerde, begon het na een paar jaar toch te kriebelen. Hij vroeg zich af waarom. Misschien moest hij overstappen naar een ander kantoor, of moest hij bedrijfsjurist worden. Maar was dát het dan? “Weer dagelijks naar kantoor. Computertje open, kopje koffie en weer van die corporate types die maar door blijven neuzelen over de miniemste details en met rode wangetjes staan te schreeuwen waar de statuten zijn. Waar gaat die drukte nou over? Nergens, als je het bekijkt in the bigger picture. Je moet gewoon een klus klaren.”
Lekker beuken
Fielmich besloot iets totaal anders te gaan doen. Hij nam ontslag en werd stand-up comedian. Het feit dat de Quote een van zijn sketches uit het kantoorcabaret had gepubliceerd, sterkte hem in zijn besluit. “Vanaf mijn zevende ging ik met mijn ouders naar Youp van ’t Hek en zo. Het leek me toen al leuk om op een podium te staan en grappen te maken. Ik deed als student aan cabaret. Bij Allen & Overy maakte ik het kerstcabaret. Als stand-up comedian zou ik meer vrije tijd hebben en meer van mezelf in mijn werk kunnen leggen. Ik keek er naar uit om lekker te beuken en grappen te maken. Weet je wat het is? We worden door aannames voortdurend afgehouden van wie we echt zijn. Door de hoeveelheid geld die we denken nodig te hebben, door wat anderen van ons lijken te verwachten. Ik ontdekte dat ik geen goede redenen had om wél advocaat te blijven.”
Gedurende zijn opzegtermijn begon hij te schrijven. Binnen een maand had hij tien minuten aan grappen bedacht. Hij ging ermee naar het Comedy Café in Amsterdam en kon aan de slag. Fielmich trad elke avond met andere comedians op in het ‘thuishonk’ en in de rest van Nederland. Nog steeds huurt het Comedy Café hem in. Maar sinds hij kinderen heeft, treedt hij niet meer elke avond op. Immers: “Je kunt je vrouw niet alles laten doen.”
Fielmich treedt ook geregeld op bij Badaboom, een comedyclub die zaterdagavond in Café Cox zit. “Ik heb die drive om mezelf tentoon te stellen. Het mooiste is het als je in een flow terechtkomt. Dat je staat te improviseren en dat er dan goede grappen uitrollen. Dat je publiek daar keihard om moet lachen en dat je daardoor eindeloos doorgaat met improviseren.”
Keeping up appearances
Net zoals Hans Teeuwen maakt hij gebruik van energieschommelingen. “Harde en zachte klanken. Hoge en lage energie.” Fielmich laat zich inspireren door real life situations. Hij grapt over kinderdagverblijven, de mannelijke biologische klok en over kakkers. “Kakkers verstikken elkaar met hun gedrag. Een vriend vertelde dat bij hem in Heemstede alles draait om de vraag wat jij bezit en wat je buurman heeft. Je moet meedoen om geen paria te worden. Kakkers wijken af van echte rijken. De tragiek van kakkers is dat ze mee moeten doen, maar daar het geld eigenlijk niet voor hebben. In mijn buurt, Amsterdam-Zuid, zie ik ze ook: tweeverdieners die keihard werken voor hun torenhoge hypotheek, oppas en clublidmaatschappen. Hun kinderen zien ze nooit. Ze spurten van het ene naar het andere sociale event, terwijl ze liever op de bank zouden willen hangen. Hun levens gaan niet meer over hun eigen wensen, maar about keeping up appearances.”
Doet Fielmich dan wél voor 100 procent wat hij zelf wil? Hij treedt op als ‘stand-upper’ en heeft op het podium gestaan met toppers als Guido Weijers en Najib Amhali. Hij figureert in bedrijfsfilms en commercials en geeft lezingen. Binnenkort praat hij relaties van Bouwfonds op een luchtige manier bij over trends in het vastgoedrecht. Daarnaast kunnen bedrijven hem inhuren als bedrijfsjurist. Hij werkt vanuit huis, bij de klant of waar het zo uitkomt. “Als stand-up comedian heb je overdag vrij. Ik ontdekte al snel dat ik niet de hele dag grappen kon bedenken. Daarom ben ik overdag als freelance jurist gaan werken. Het hulpverlenende aspect van dat werk ligt me wel: iemand zit ergens mee, ik los het op. Door de combinatie van mijn werkzaamheden is er altijd brood op de plank. Het is me nog niet gelukt om alleen maar bezig te zijn met mijn favoriete dingen. Al ben ik wel op de goede weg. In de toekomst wil ik minder juridisch werk doen. Zodra de kinderen ouder zijn, ga ik weer elke avond optreden. Een eigen theatershow? Nee, laat mij maar lekker vaak met andere comedians lol trappen op het podium.”
Fielmich leunt achterover en wijst naar de surfer op zijn shirt. “Zo’n shirt draag ik bijna dagelijks. Ik dacht: waarom woon ik eigenlijk nog in Amsterdam? Ik ga binnenkort in Zandvoort aan Zee wonen. Dan kan ik elke ochtend surfen voordat mijn werkdag begint.”
Advocatie publiceert gedurende de zomermaanden in de reeks ‘De wending’ interviews met advocaten die het vak hebben verlaten en hebben gekozen voor een andere roeping.
Ramon Fielmich bij de Comedy Factory, over lichaamshaar en kakkers: