“Als je hier met zonsopgang komt, kun je troepen edelherten voorbij zien trekken.” Natuurfotograaf Theo Bosboom kent het Deelerwoud als zijn broekzak. Twee jaar geleden stopte hij als ICT-advocaat bij Dirkzwager om zich fulltime met fotografie bezig te houden. Niet onverdienstelijk tot nog toe, met publicaties in National Geographic en een Zilveren Camera op zak. Intussen blijken advocatuur en fotografie meer raakvlakken te hebben dan hij kon vermoeden, vertelt hij tijdens een wandeling op de Veluwe.
Door Joris Rietbroek
Geboren Noordwijker Bosboom studeerde rechten in Leiden, voordat hij naar het oosten van het land verhuisde.
Wat trok je voordat je ging studeren aan in het recht?
“Dat het over mensen gaat, hoe die met elkaar samenleven en conflicten oplossen. Dat heb ik altijd boeiend gevonden, evenals het analyseren van diverse situaties. Hoe vertaal je een huwelijk, een internationaal conflict in de scheepvaart of iets alledaags als het kopen van een brood naar regeltjes?”
Hoe belandde je vanuit de Randstad bij Dirkzwager?
“Ik solliciteerde bij diverse kantoren, ook enkele grote in Amsterdam, maar voelde bij Dirkzwager direct een klik. Ik had het gevoel dat ik er mezelf kon zijn en was er direct thuis, reden genoeg om naar Arnhem te verhuizen. Ik belandde in 2000 eerst in de sectie civiel- en ondernemingsrecht, waar nu en dan al ICT- en IE-gerelateerde zaken passeerden. Op gegeven moment richtten we hiervoor een eigen sectie op, aanvankelijk met drie advocaten, in een poging een toen nog niet wijdverbreid specialisme te positioneren in het oosten van het land. Ik mag wel zeggen dat dit gelukt is.”
Het was nog pionieren geblazen in die tijd?
“Zeker. ICT-recht vond ik buitengewoon interessant, omdat geschillen vaak heel grijs en ondoorzichtig zijn en omdat er met de komst van internet veel onduidelijkheid ontstond over de juiste uitleg van regelgeving. Neem bijvoorbeeld de opkomst van webwinkels; dan moest je het burgerlijk wetboek uit 1838 erbij pakken om te bepalen wanneer iets een geldige koop was. Op gegeven moment groeide de sectie uit tot zes advocaten en kreeg ik de kans om partner te worden, die ik met beide handen aangreep. Ik heb er van de eerste tot de laatste dag met plezier gewerkt. Het was kortom beslist geen negatieve keuze om er na vijftien jaar uit te stappen.”
De reis van de herfstblaadjes (België)
Dat besluit was namelijk puur ingegeven door de passie die Bosboom zo’n tien jaar eerder had opgedaan: natuurfotografie. De altijd al reislustige advocaat ging enkele maanden naar Tanzania en Namibië en nam voor het eerst een spiegelreflexcamera mee.
Toen sloeg het fotografievirus definitief toe?
“Absoluut, mijn ogen gingen open. Nu wil het cliché dat je moet voorkomen om op reis de hele tijd door de camera te kijken, omdat je anders minder zou zien. Ik heb het juist andersom ervaren; ik was opeens veel meer bezig met details in het landschap en met licht, zodat ik de reis veel intenser beleefde. De lens van de camera bleek voor mij een verrijking, die me het gevoel gaf dat ik juist veel meer zag van die prachtige landschappen.”
Hoe legde je je verder toe op je nieuwe hobby?
“Na die Afrika-reis werd ik lid van een fotoclub. Want mijn vriendin en familie vonden mijn foto’s wel mooi, maar wat vonden anderen ervan? Het leek me nuttig om gerichter feedback te krijgen, maar ook om te zien wat anderen doen. Zo volgde een nieuwe openbaring: dat de natuur in Nederland ook heel fotogeniek kan zijn, als je maar op de juiste momenten op de juiste plekken bent. Ik ging er geregeld op uit in Gelderland en Overijssel, deed mee aan fotowedstrijden, begon prijzen te winnen en de eerste verzoeken tot publicatie kwamen binnen. Mijn eerste publicatie had ik in Grasduinen, tegenwoordig Roots Magazine, waarna meer opdrachten volgden voor natuurreportages.”
Was dit te combineren met je drukke bestaan als advocaat?
“Toen ik net vennoot was geworden, ging ik toch vier dagen per week werken, zodat ik meer ruimte kreeg om te fotograferen. Achteraf was dit misschien al wel de eerste stap richting de definitieve overgang van advocatuur naar fotografie. Ik ontwikkelde me intussen nog steeds als fotograaf en kreeg meer mooie publicaties, maar toch begon ik voor mijn gevoel vast te lopen. Ik werd ook nog eens vader, dus bleef er minder tijd over fotografie terwijl ik het bij Dirkzwager steeds drukker kreeg. Op gegeven moment kreeg ik het gevoel dat ik overal te weinig tijd voor had en zat ik enkele maanden met een burn out thuis. Dat was een duidelijk signaal: zo gaat het niet verder.”
Algen in het ijs (Nederland).
Dus besloot je om afscheid te nemen van de advocatuur?
“Ja, in die periode drong definitief tot me door dat ik fulltime wilde fotograferen, dat ik daar niet langer mee moest wachten als ik nog eens voor National Geographic wilde werken en echt carrière wilde maken als fotograaf. Na een paar slapeloze nachten hakte ik de knoop door. Toen sliep ik weer rustig, dus wist ik dat het een goed besluit was.”
Hoe reageerden de collega’s bij Dirkzwager?
“De reacties waren heel positief en sportief, in de trant van ‘jammer voor kantoor’ en ‘goed dat je je hart volgt.’ Financieel gezien is het misschien de domste beslissing van mijn leven geweest, maar uiteindelijk interesseert me dat niet zoveel. Ik geef mezelf vijf jaar om een bepaald inkomensniveau te bereiken. Dat kost uiteraard tijd en vergt investeringen, bijvoorbeeld in een goed portfolio, maar ik denk dat ik na ruim twee jaar al goed op schema lig. Mijn doel is uiteindelijk om als fotograaf genoeg te verdienen om de hypotheek te kunnen betalen en dat we op vakantie kunnen. Meer hoeft het echt niet te zijn.”
Je geeft intussen ook cursussen en workshops, toch?
“Klopt, eentje heet ‘de kunst van het kijken’. Ik probeer de creativiteit te bevorderen en mensen op een andere manier naar landschappen te laten kijken, om ze te helpen ontsnappen aan de standaardplaatjes. Als je wilt opvallen in een wereld van goede amateurs die allemaal uitstekende apparatuur hebben, moet je je op andere manieren kunnen onderscheiden. Ook begeleid ik fotoreizen, onder meer naar IJsland. Daar ben ik inmiddels zeker 25 keer geweest. Zulke activiteiten vormen een goede afwisseling met het eenzame beroep van de solitaire fotograaf. Maar ik zoek die ‘eenzaamheid’ ook wel op: ik fotografeer het liefst alleen. Ik heb het meeste rust als ik helemaal zelf kan bepalen wat ik ga doen.”
Zijn eigen andere manier van kijken droeg afgelopen jaar bij aan de winst van een Zilveren Camera, de hoogste Nederlandse onderscheiding voor fotografie, voor zijn serie ‘Na de brand’. Kort na de Veluwebrand van 20 april 2014 begaf hij zich met een camera in het zwartgeblakerde gebied en ontdekte daar naast veel dode dieren ook dat de natuur zichzelf ondanks de verwoesting in rap tempo herstelde. Dit proces legde hij nauwkeurig vast.
Na de brand (Nederland)
Een jaartje later, wandelend door het Deelerwoud terwijl Bosboom liggend op zijn rug enkele foto’s van merkwaardig betakte bomen neemt, klinken schoten in de verte. Er blijkt vlakbij een militair oefenterrein te liggen, waar hoorbaar druk geoefend wordt.
Vind je dat niet ontzettend storend?
“Ach ja, dat is een beetje de makke van de Nederlandse natuur. Ook als je middenin een nationaal park loopt, hoor je in de verte toch nog de A50 en de schietbaan, of er vliegt een vliegtuig over. Helemaal stil wordt het nooit in dit kleine, volle landje. Ik werk momenteel aan een nieuw fotoboek dat Dromen van Wildernis gaat heten, over natuur in Nederland en België. Het wordt een zoektocht in beeld naar het echte wildernisgevoel in mijn eigen omgeving, met als achtergrond dat we in een van de dichtstbevolkte landen ter wereld leven, waar zelfs de natuur tot in detail geregeld of zelfs gecreëerd is door de mens. Natuurlijk kun je in Nederland wel wildernis ervaren, anders zou ik er geen boek over maken, maar het is goed zoeken.”
Hoe probeer je jezelf te onderscheiden als natuurfotograaf?
“Met oog voor detail, creatieve invalshoeken en een zorgvuldige uitwerking. Dat zijn op zichzelf misschien niet de meest onderscheidende criteria, maar mensen die mijn werk kennen spreken van creatieve natuurfotografie en zeggen dat ik een andere manier van kijken heb of mijn onderwerpen anders benader, waardoor mijn werk spannender is en opvalt. Die zorgvuldige uitwerking, dat zal nog wel de jurist in mij zijn. Alles moet kloppen.”
Zijn er meer raakvlakken tussen een advocaat en een fotograaf te noemen?
“Zeker, meer nog dan ikzelf in eerste instantie dacht. Er is die zorgvuldigheid, maar ook creativiteit. Mensen onderschatten vaak hoe creatief het vak van advocaat is. Een belangrijke overeenkomst die misschien minder voor de hand ligt: in beide beroepen geef je een bepaalde visie op de werkelijkheid, waar je zelf je verhaal van maakt. Als fotograaf krijg je een bos of een stuk heide met bomen en dieren voorgeschoteld, dus kies je een boom die je met een bepaalde lens of belichting in beeld brengt. Je maakt tal van subjectieve keuzes, wat je als advocaat ook doet. Dan krijg je een dossier met ongeordende feiten, waarna je naar voren brengt wat je zelf belangrijk vindt en weglaat wat niet goed is voor je cliënt. Ook dat is een subjectieve versie van een werkelijkheid; die van de cliënt. Al zijn de verschillen evident, in zekere zin hebben beide beroepen verrassend veel van elkaar weg.”
Aswolk op IJsland.
Alle foto’s: Theo Bosboom. Website: www.theobosboom.nl.
Advocatie zal de komende maanden meer interviews publiceren met advocaten die het vak hebben verlaten, en hebben gekozen voor een andere roeping.