Er kwam nog geen strafeis van het Openbaar Ministerie, maar het was een spannende dag in een unieke rechtszaak. De inhoudelijke behandeling in de meineedzaak van ex-rechters Westenberg en Kalbfleisch woensdag was er een van veel herhaling, maar ook met een vordering benadeelde partij namens de heren Poot en een herroeping van een getuigenverklaring. Van ‘die man zat altijd bij ons te eten’ naar ‘hij heeft wel eens bij ons gegeten’.
Door Sanne van Brunschot
Hij weet natuurlijk als geen ander hoe het werkt. Nog voordat de rechter helemaal klaar is met de aankondiging van het uitspreken van de eed door Hans Westenberg, is hij al opgestaan en zegt hij met twee vingers in de lucht: “Zo waarlijk helpe mij God almachtig.”
Om de tijdlijn helemaal te begrijpen, wil de rechtbank eerst een aantal dingen nogmaals van Westenberg horen. Wanneer werkte hij waar? Wanneer kwam Kalbfleisch in beeld? Wie waren er aanwezig bij sociale gelegenheden buiten de rechtbank? Zelfs de kamerindeling op de rechtbank wordt nagegaan. Ook wordt tot in den treuren gevraagd naar het clubje waar de rechters volgens getuigen toe zouden behoren. “Mevrouw de rechter, er was geen clubje. Dan zouden er vaste mensen in moeten hebben gezeten. We deden die dingen in wisselende combinaties, iedereen nam deel aan de sociale happenings.”
De vragen gaan soms over de meest gedetailleerde zaken. Zo wil de rechtbank weten wat het criterium was voor Westenberg om mensen van de rechtbank op zijn housewarming uit te nodigen. OM en rechtbank krijgen niet veel meer te horen dan het vage: “Alles en iedereen die daar enigszins voor in aanmerking kwam, het was een ruime uitnodiging.” Op vragen over de onderlinge omgang van de rechters in Den Haag en over het bezoek aan de verjaardag van Kalbfleisch zegt Westenberg: “Behalve de verjaardag waren alle contacten tussen ons in de sociale sfeer, als collega’s onder elkaar.” Dat Kalbfleisch absoluut geen vriend van hem is, moet hij nogmaals benadrukken. “Als dat zo was, was ik wel op ál zijn verjaardagen geweest.”
Cruciale verklaring
Een vergelijkbaar punt maakt Westenberg nadat getuige Becking, de ex-vrouw van Kalbfleisch, is gehoord. In het veertien minuten durende fragment van het verhoor door de Rijksrecherche dat het OM laat afspelen, zegt zij onder meer dat Westenberg ‘een heel aantal keren’ bij haar en haar toenmalige echtgenoot kwam eten. “Hij was niet getrouwd en dan zei mijn man: Hans komt eten.” Westenberg zegt in een reactie daarop: “Ik heb typisch niet een beeld bij hoe het huis eruit ziet. Als ik ergens vaker geweest ben, zou ik dat wel weten. Het huis van Van Dalen [een inmiddels overleden collega-rechter, S.v.B.] zou ik bijvoorbeeld precies kunnen uittekenen.”
Het OM vindt de opname van Beckings verhoor dusdanig ‘cruciaal’ dat de officier van justitie het wil laten horen. Becking is het er niet mee eens, maar kan het niet tegenhouden. Wel zegt ze dat ze die betreffende verklaring herroept. Dat deed ze al eerder officieel, maar herhaalt het hier nogmaals. Na afloop wil de officier haar enkele van haar bewoordingen voorleggen. Wat bedoelt ze met ‘een heel aantal keer’? “Meerdere keren. Ik kan niet goed herinneren hoe vaak, het is lang geleden. Maar meer dan een keer.” En waarom zegt ze in het verhoor dat ze verbaasd was in de media te lezen dat de twee ontkennen elkaar goed te kennen en dat ze dacht: ‘Hoe kan dat nou, die man zat altijd bij ons te eten’? Wat bedoelde ze met dat laatste? “Dat hij wel eens bij ons gegeten heeft.”
Het OM merkt op dat het erop lijkt dat ze het aantal contacten met Westenberg afzwakt. “Ik realiseer me dat ik het teruggaand in de tijd zo zag. En ik was nerveus.” De rechtbankvoorzitter ziet dat anders: “U kwam in mijn ogen anders op de band nogal relaxed over.” Dat ze op de band regelmatig lacht en vol smaak vertelt over de relatie destijds van Westenberg met de vrouw van een andere rechter zou daaraan bijgedragen kunnen hebben.
Over de herroeping van haar eerdere verklaring zegt ze: “Ik sta er nu niet meer achter. Ik had niet moeten zeggen ‘veel’ of vaak’ maar ‘regelmatig’.” Achteraf is ze te stellig geweest, vindt ze. De rechtbank wil weten of er in de tussentijd nog iets is gebeurd waardoor ze dat vindt. Na een korte stilte zegt ze: “Ik heb beseft hoe serieus het was, hoe zwaar mijn woorden wogen in al die publiciteit.”
De hartelijke groeten
Ook Kalbfleisch heeft “geen enkele herinnering” aan dat Westenberg ‘een heel aantal keren’ bij hem over de vloer kwam. Het is een door de ex-rechters veelgebruikte uitdrukking, ‘geen herinnering’. “Dat kan twee dingen betekenen: dat u er geen herinnering aan heeft of dat het niet gebeurd is. Wat is hier het geval?,” vraagt de officier van justitie. Dat laatste, volgens Kalbfleisch.
Kalbfleisch wordt verder gevraagd naar zijn typische manier van groeten. Onderaan de brief waarin hij Westenberg de opdracht gaf een advies uit te brengen voor de NMa, staat de zinsnede ‘Ontvang mijn hartelijke groeten van huis tot huis’. Wanneer groet hij op die manier? “Als ik iemand anders ken dan alleen de aangeschrevene.” Hij heeft de vrouw van Westenberg immers een paar keer ontmoet. Ook dat moet hij specificeren. Waar, wanneer, hoe vaak? Schreef hij meer brieven met die groet aan Westenberg? Het contact met Westenberg was kennelijk goed genoeg voor een kerstkaart, blijkt dan.
Als de rechtbank vraagt hoe ex-griffier Van der Togt bij haar verklaring komt, zegt Kalbfleisch dat hij daarover heeft nagedacht, maar niets kan bedenken. Wat hij wel weet is dat het “ongelofelijk veel schade, verdriet en ellende” heeft gebracht. “De afgelopen twee jaar zijn een buitengewoon kafkaëske ervaring geweest, met een enorme hype, tot een stalker aan toe. Ik heb zelden zoveel gestold onrecht gezien om mij heen.” Bovendien vond hij Van der Togt toen ‘onzeker en wankel’ in haar verklaring.
Gerechtigheid Gods
De rechtbank wil Westenberg ook nog horen over het telefoontje dat hij volgens advocaat Hugo Smit rechtstreeks met hem heeft gevoerd. Bij aanvang werd al bekendgemaakt dat Smit zich als slachtoffer in de zaak heeft gevoegd, maar niet aanwezig is. Westenberg blijft het telefoontje ontkennen. Als de voorzitter vraagt of hij geen spijt heeft ‘als haren op uw hoofd’ dat hij is gaan procederen tegen Smit, breekt Westenberg. Al knipperend met zijn ogen zoekt hij naar woorden. Een Bijbeltekst is wat volgt: “Zoek eerst gerechtigheid Gods, dan zal de rest u gegeven worden,” zegt hij emotioneel. “Het gaat om gerechtigheid. Ik heb 39 jaar bij de rechterlijke macht gezeten en ik zal niet altijd de gemakkelijkste rechter zijn geweest. Maar ik ben wel altijd onpartijdig geweest. Ook al heb ik ellende en ook al weet ik dat ik mijn gezin dingen aandoe die ik ze niet aan wil doen, ik ga ervoor.”
Vasthoudendheid
De zittingsdag eindigt met de vordering benadeelde partij van de heren Poot. Advocaat Liesbeth Zegveld doet het woord. Het gaat ze in deze strafzaak alleen om de immateriële schade; om de reputatieschaden en gederfde levensvreugde. De materiële schade, zoals het kwijtraken van 450 van de 600 hectare grond en gederfde inkomsten, volgt later bij de civiele rechter. Een bedrag noemt ze niet, dat laten ze aan de rechter over. Als de schatting maar op basis van billijkheid wordt gedaan, is de enige vereiste.
Haar cliënten hadden niet voor mogelijk gehouden dat de ex-rechters nu worden vervolgd, zegt Zegveld. In het partijdige vonnis werden de wensen van de wederpartij uitgevoerd. “Rechter Westenberg nam de vordering letterlijk over, inclusief typefouten.” Niet alleen de rechtsstaat, maar ook de eer en goede naam van de heren Poot zijn daarmee aangetast, gaat ze verder. “Het getuigt van weinig respect voor de familie Poot. Daarnaast is hen in de publieke ruimte schade aangedaan; ze zijn weggezet als overdreven argwanend.”
De aanwezige Jan Poot mag de vordering toelichten. “Het unieke feit dat deze twee rechters vervolgd worden, is uitsluitend te danken aan de vasthoudendheid van mijn vader en mij.” Het gaat volgens hem allang niet meer over meineed, maar over het vertrouwen dat burgers kunnen hebben in de rechtspraak. Poot twijfelt openlijk over de zittende rechtbank. “U bent toch een slager die zijn eigen vlees keurt”. Ook vraagt hij zich af hoe het mogelijk is dat de Raad voor de Rechtspraak de rechters nog altijd steunt.
Tot slot herinnert hij ook nog aan de blunder van het OM, dat een dag te laat was met het toelichten van een aanvraag voor toestemming voor het gebruik van tapgesprekken van Kalbfleisch tijdens zijn verblijf in Zwitserland. Volgens Poot een teken dat men niet wil dat deze oud-rechters gestraft worden.
Op 9 november aanstaande komen de requisitoiren en pleidooien aan bod en zal het OM zijn eis formuleren.